Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op het financieel toezicht

 

Artikel 4 2b
1
Met uitzondering van de artikelen 4:36 en 4:37 is dit deel niet van toepassing op het aanbieden van krediet door een gemeentelijke kredietbank indien voor de bedrijfsvoering van die gemeentelijke kredietbank op grond van artikel 4:37, eerste en tweede lid, een reglement is vastgesteld en goedgekeurd.
a
financiëledienstverleners waaraan het ingevolge hoofdstuk 2.2 is toegestaan in Nederland financiële diensten te verlenen of die een verklaring van ondertoezichtstelling als bedoeld in artikel 3:110 hebben, en hebben voldaan aan artikel 3:110, vierde of vijfde lid;
b
beleggingsondernemingen met zetel in Nederland of in een staat die geen lidstaat is waaraan het ingevolge hoofdstuk 2.2 is toegestaan beleggingsdiensten te verlenen of beleggingsactiviteiten te verrichten;
c
beleggingsinstellingen waaraan het ingevolge afdeling 2.2.7 is toegestaan in Nederland rechten van deelneming aan te bieden, de beheerders van die beleggingsinstellingen en de eventueel aan die beleggingsinstellingen verbonden bewaarders; en
d
clearinginstellingen waaraan het ingevolge afdeling 2.2.1 is toegestaan in Nederland hun bedrijf uit te oefenen voorzover ze optreden voor cliënten met zetel in Nederland.
2
De artikelen 4:9, eerste lid, en 4:10 zijn niet van toepassing op personen die het dagelijks beleid van een gemeentelijke kredietbank bepalen, die het beleid van een gemeentelijke kredietbank bepalen of mede bepalen of die onderdeel zijn van een orgaan dat is belast met het toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van een gemeentelijke kredietbank en tevens lid of voorzitter zijn van een gemeenteraad dan wel deel uitmaken van een college van burgemeester en wethouders.

Artikel 4 2b
1
Met uitzondering van de artikelen 4:36 en 4:37 is dit deel niet van toepassing op het aanbieden van krediet door een gemeentelijke kredietbank indien voor de bedrijfsvoering van die gemeentelijke kredietbank op grond van artikel 4:37, eerste en tweede lid, een reglement is vastgesteld en goedgekeurd.
2
De artikelen 4:9, eerste lid, en 4:10 zijn niet van toepassing op personen die het dagelijks beleid van een gemeentelijke kredietbank bepalen, die het beleid van een gemeentelijke kredietbank bepalen of mede bepalen of die onderdeel zijn van een orgaan dat is belast met het toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van een gemeentelijke kredietbank en tevens lid of voorzitter zijn van een gemeenteraad dan wel deel uitmaken van een college van burgemeester en wethouders.

Artikel 4 2b
Het ingevolge dit deel bepaalde met betrekking tot het aanbieden van schadeverzekeringen is niet van toepassing op waarborg- en garantiefondsen als bedoeld in artikel 3:6.

Artikel 4 2b
Het ingevolge dit deel bepaalde is niet van toepassing op het in de uitoefening van een beroep of bedrijf als gevolmachtigde of ondergevolmachtigde van een herverzekeraar voor diens rekening sluiten van een herverzekering met een natura-uitvaartverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar of andere herverzekeraar.
Afdeling 4.1.2. Bijzondere bepalingen

Artikel 4 6a
1
Een onderneming die, alleen of samen met een andere onderneming, aan het hoofd staat van een groep waartoe een financiële onderneming behoort waarop het ingevolge dit deel bepaalde van toepassing is, onthoudt zich van gedragingen of een beleid dat tot gevolg heeft dat die financiële onderneming in strijd handelt met het ingevolge dit deel bepaalde.
2
Ten aanzien van de onderneming, bedoeld in het eerste lid, is artikel 1:75 van overeenkomstige toepassing.
a
banken die een door de Nederlandsche Bank verleende vergunning als bedoeld in artikel 2:11, eerste lid, of 2:20, eerste lid, hebben en banken met zetel in een andere lidstaat die hun bedrijf uitoefenen vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten naar Nederland, die hebben voldaan aan het in artikel 2:15 of 2:16 bepaalde met betrekking tot het verrichten van de werkzaamheden, genoemd onder 1 in bijlage I van de herziene richtlijn banken;
b
banken met zetel in een andere lidstaat die een door de toezichthoudende instantie van die lidstaat verleende vergunning hebben voor het uitoefenen van hun bedrijf en die hebben voldaan aan de in die andere lidstaat geldende verplichtingen voor het verrichten van diensten naar een andere lidstaat;
c
de lidstaten, alsmede de regionale of lokale overheden van de lidstaten;
d
internationaal publiekrechtelijke instellingen waarin of waaraan een of meer lidstaten deelnemen;
e
beleggingsondernemingen die een door de Autoriteit Financiële Markten verleende vergunning als bedoeld in artikel 2:96 hebben;
f
beleggingsondernemingen met zetel in een andere lidstaat die beleggingsdiensten verlenen of beleggingsactiviteiten verrichten door middel van het verrichten van diensten naar Nederland, die hebben voldaan aan artikel 2:102; en
g
bemiddelaars die voor het bemiddelen in een betaalrekening of spaarrekening een door de Autoriteit Financiële Markten verleende vergunning als bedoeld in artikel 2:80, eerste lid, hebben.
3
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop de melding, bedoeld in het tweede lid, wordt gedaan, de gegevens die daarbij worden verstrekt en de bescheiden die daarbij worden overgelegd.
4
Het eerste tot en met het derde lid zijn niet van toepassing op:

Artikel 4 6a
1
Een onderneming die, alleen of samen met een andere onderneming, aan het hoofd staat van een groep waartoe een financiële onderneming behoort waarop het ingevolge dit deel bepaalde van toepassing is, onthoudt zich van gedragingen of een beleid dat tot gevolg heeft dat die financiële onderneming in strijd handelt met het ingevolge dit deel bepaalde.
2
Ten aanzien van de onderneming, bedoeld in het eerste lid, is artikel 1:75 van overeenkomstige toepassing.
3
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop de melding, bedoeld in het tweede lid, wordt gedaan, de gegevens die daarbij worden verstrekt en de bescheiden die daarbij worden overgelegd.
4
Het eerste tot en met het derde lid zijn niet van toepassing op:
a
beheerders van instellingen voor collectieve belegging in effecten met zetel in een andere lidstaat;
b
bemiddelaars als bedoeld in artikel 2:81, tweede lid;
c
verbonden agenten als bedoeld in artikel 2:97, vijfde lid en artikel 2:98, tweede lid;
d
bemiddelaars in verzekeringen met zetel in een andere lidstaat;
e
financiëledienstverleners met zetel in een andere lidstaat die het bedrijf van financiële instelling, kredietinstelling of verzekeraar uitoefenen; en
f
herverzekeringsbemiddelaars met zetel in een andere lidstaat.

Artikel 4 6a
De Autoriteit Financiële Markten kan aan een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling een verbod opleggen tot het uitoefenen van het bedrijf van beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling, indien de beleggingsonderneming de ingevolge paragraaf 4.3.7.3 gestelde regels die op haar van toepassing zijn niet naleeft.

Artikel 4 6a
1
Een onderneming die, alleen of samen met een andere onderneming, aan het hoofd staat van een groep waartoe een financiële onderneming behoort waarop het ingevolge dit deel bepaalde van toepassing is, onthoudt zich van gedragingen of een beleid dat tot gevolg heeft dat die financiële onderneming in strijd handelt met het ingevolge dit deel bepaalde.
2
Ten aanzien van de onderneming, bedoeld in het eerste lid, is artikel 1:75 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 6a
1
Een onderneming die, alleen of samen met een andere onderneming, aan het hoofd staat van een groep waartoe een financiële onderneming behoort waarop het ingevolge dit deel bepaalde van toepassing is, onthoudt zich van gedragingen of een beleid dat tot gevolg heeft dat die financiële onderneming in strijd handelt met het ingevolge dit deel bepaalde.
2
Ten aanzien van de onderneming, bedoeld in het eerste lid, is artikel 1:75 van overeenkomstige toepassing.
3
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop de melding, bedoeld in het tweede lid, wordt gedaan, de gegevens die daarbij worden verstrekt en de bescheiden die daarbij worden overgelegd.

Artikel 4 6a
1
Een onderneming die, alleen of samen met een andere onderneming, aan het hoofd staat van een groep waartoe een financiële onderneming behoort waarop het ingevolge dit deel bepaalde van toepassing is, onthoudt zich van gedragingen of een beleid dat tot gevolg heeft dat die financiële onderneming in strijd handelt met het ingevolge dit deel bepaalde.
2
Ten aanzien van de onderneming, bedoeld in het eerste lid, is artikel 1:75 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 6a
1
Een onderneming die, alleen of samen met een andere onderneming, aan het hoofd staat van een groep waartoe een financiële onderneming behoort waarop het ingevolge dit deel bepaalde van toepassing is, onthoudt zich van gedragingen of een beleid dat tot gevolg heeft dat die financiële onderneming in strijd handelt met het ingevolge dit deel bepaalde.
2
Ten aanzien van de onderneming, bedoeld in het eerste lid, is artikel 1:75 van overeenkomstige toepassing.
Afdeling 4.1.3. Vrijstelling

Artikel 4 7
Bij ministeriële regeling kan vrijstelling worden geregeld van het ingevolge dit deel, met uitzondering van paragraaf 4.3.1.5., bepaalde.

Hoofdstuk 4.2. Regels voor het werkzaam zijn op de financiële markten betreffende alle financiële diensten
Afdeling 4.2.1. Deskundigheid, betrouwbaarheid en integriteit

Artikel 4 11
1
Een beheerder, beleggingsinstelling, beleggingsonderneming of bewaarder voert een adequaat beleid dat een integere uitoefening van zijn onderscheidenlijk haar bedrijf waarborgt. Hieronder wordt verstaan dat:
a
belangenverstrengeling wordt tegengegaan;
b
wordt tegengegaan dat de financiële onderneming of haar werknemers strafbare feiten of andere wetsovertredingen begaan die het vertrouwen in de financiële onderneming of in de financiële markten kunnen schaden;
c
wordt tegengegaan dat wegens haar cliënten het vertrouwen in de financiële onderneming of in de financiële markten kan worden geschaad; en
d
wordt tegengegaan dat andere handelingen door de financiële onderneming of haar werknemers worden verricht die op een dusdanige wijze ingaan tegen hetgeen volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, dat hierdoor het vertrouwen in de financiële onderneming of in de financiële markten ernstig kan worden geschaad.
e
herverzekeringsbemiddelaars met zetel in een andere lidstaat.
2
Een financiëledienstverlener voert een adequaat beleid dat een integere uitoefening van zijn bedrijf waarborgt. Hieronder wordt verstaan dat wordt tegengegaan dat de financiëledienstverlener of zijn werknemers strafbare feiten of andere wetsovertredingen begaan die het vertrouwen in de financiëledienstverlener of in de financiële markten kunnen schaden. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere onderwerpen worden aangewezen die tot de integere uitoefening van het bedrijf van een financiëledienstverlener worden gerekend.
3
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de minimumvoorwaarden waaraan het beleid, bedoeld in het eerste en tweede lid, moet voldoen.

Artikel 4 11
1
Een beheerder, beleggingsinstelling, beleggingsonderneming of bewaarder voert een adequaat beleid dat een integere uitoefening van zijn onderscheidenlijk haar bedrijf waarborgt. Hieronder wordt verstaan dat:
2
Een financiëledienstverlener voert een adequaat beleid dat een integere uitoefening van zijn bedrijf waarborgt. Hieronder wordt verstaan dat wordt tegengegaan dat de financiëledienstverlener of zijn werknemers strafbare feiten of andere wetsovertredingen begaan die het vertrouwen in de financiëledienstverlener of in de financiële markten kunnen schaden. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere onderwerpen worden aangewezen die tot de integere uitoefening van het bedrijf van een financiëledienstverlener worden gerekend.
3
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de minimumvoorwaarden waaraan het beleid, bedoeld in het eerste en tweede lid, moet voldoen.
4
Een financiële onderneming als bedoeld in het eerste of tweede lid verstrekt aan de Autoriteit Financiële Markten bij algemene maatregel van bestuur te bepalen informatie over incidenten die verband houden met de onderwerpen, bedoeld in het eerste en tweede lid.
5
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het derde lid bepaalde, met uitzondering van het met betrekking tot het verlenen van een beleggingsdienst of verrichten van een beleggingsactiviteit of nevendienst bepaalde, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.

Artikel 4 11
1
Een beheerder, beleggingsinstelling, beleggingsonderneming of bewaarder voert een adequaat beleid dat een integere uitoefening van zijn onderscheidenlijk haar bedrijf waarborgt. Hieronder wordt verstaan dat:
2
Een financiëledienstverlener voert een adequaat beleid dat een integere uitoefening van zijn bedrijf waarborgt. Hieronder wordt verstaan dat wordt tegengegaan dat de financiëledienstverlener of zijn werknemers strafbare feiten of andere wetsovertredingen begaan die het vertrouwen in de financiëledienstverlener of in de financiële markten kunnen schaden. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere onderwerpen worden aangewezen die tot de integere uitoefening van het bedrijf van een financiëledienstverlener worden gerekend.
3
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de minimumvoorwaarden waaraan het beleid, bedoeld in het eerste en tweede lid, moet voldoen.

Artikel 4 11
1
Een beheerder, beleggingsinstelling, beleggingsonderneming of bewaarder voert een adequaat beleid dat een integere uitoefening van zijn onderscheidenlijk haar bedrijf waarborgt. Hieronder wordt verstaan dat:
a
belangenverstrengeling wordt tegengegaan;
b
wordt tegengegaan dat de financiële onderneming of haar werknemers strafbare feiten of andere wetsovertredingen begaan die het vertrouwen in de financiële onderneming of in de financiële markten kunnen schaden;
c
wordt tegengegaan dat wegens haar cliënten het vertrouwen in de financiële onderneming of in de financiële markten kan worden geschaad; en
d
wordt tegengegaan dat andere handelingen door de financiële onderneming of haar werknemers worden verricht die op een dusdanige wijze ingaan tegen hetgeen volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, dat hierdoor het vertrouwen in de financiële onderneming of in de financiële markten ernstig kan worden geschaad.
2
Een financiëledienstverlener voert een adequaat beleid dat een integere uitoefening van zijn bedrijf waarborgt. Hieronder wordt verstaan dat wordt tegengegaan dat de financiëledienstverlener of zijn werknemers strafbare feiten of andere wetsovertredingen begaan die het vertrouwen in de financiëledienstverlener of in de financiële markten kunnen schaden. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere onderwerpen worden aangewezen die tot de integere uitoefening van het bedrijf van een financiëledienstverlener worden gerekend.
3
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de minimumvoorwaarden waaraan het beleid, bedoeld in het eerste en tweede lid, moet voldoen.
4
Een financiële onderneming als bedoeld in het eerste of tweede lid verstrekt aan de Autoriteit Financiële Markten bij algemene maatregel van bestuur te bepalen informatie over incidenten die verband houden met de onderwerpen, bedoeld in het eerste en tweede lid.
5
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het derde lid bepaalde, met uitzondering van het met betrekking tot het verlenen van een beleggingsdienst of verrichten van een beleggingsactiviteit of nevendienst bepaalde, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.
Afdeling 4.2.2. Structurering en inrichting

Artikel 4 17
1
Een beheerder, beleggingsonderneming, clearinginstelling of financiëledienstverlener draagt zorg voor een adequate behandeling van klachten van cliënten, consumenten of deelnemers over financiële diensten of financiële producten van de financiële onderneming. Hiertoe:
a
beschikt de financiële onderneming over een interne klachtenprocedure, gericht op een spoedige en zorgvuldige behandeling van klachten; en
b
is de financiële onderneming aangesloten bij een door Onze Minister erkende geschilleninstantie die geschillen behandelt met betrekking tot financiële diensten of financiële producten van de financiële onderneming, tenzij er geen zodanige geschilleninstantie is.
2
Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing op financiële ondernemingen voorzover zij:
a
rechten van deelneming in beleggingsinstellingen aanbieden;
b
beleggingsdiensten uitsluitend voor professionele beleggers verlenen of beleggingsactiviteiten verrichten;
c
optreden als clearinginstelling.
3
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de afhandeling van klachten en worden regels gesteld met betrekking tot de erkenning van geschilleninstanties, de behandeling van geschillen door erkende geschilleninstanties en de door erkende geschilleninstanties aan Onze Minister te verstrekken informatie.
4
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het tweede lid bepaalde, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.
5
Artikel 4:13 is niet van toepassing op financiëledienstverleners die voor de uitoefening van het bedrijf van kredietinstelling of verzekeraar een door de Nederlandsche Bank verleende vergunning hebben of voor de uitoefening van het bedrijf van financiële instellingen een door de Nederlandsche Bank verleende verklaring van ondertoezichtstelling hebben.

Artikel 4 17
1
Een beheerder, beleggingsonderneming, clearinginstelling of financiëledienstverlener draagt zorg voor een adequate behandeling van klachten van cliënten, consumenten of deelnemers over financiële diensten of financiële producten van de financiële onderneming. Hiertoe:
2
Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing op financiële ondernemingen voorzover zij:

Artikel 4 17
1
Een beheerder, beleggingsonderneming, clearinginstelling of financiëledienstverlener draagt zorg voor een adequate behandeling van klachten van cliënten, consumenten of deelnemers over financiële diensten of financiële producten van de financiële onderneming. Hiertoe:
2
Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing op financiële ondernemingen voorzover zij:
a
rechten van deelneming in beleggingsinstellingen aanbieden;
b
beleggingsdiensten uitsluitend voor professionele beleggers verlenen of beleggingsactiviteiten verrichten;
1
het waarborgen van de informatieverstrekking aan cliënten of consumenten; en
2
het waarborgen van de zorgvuldige behandeling van cliënten of consumenten.
3
relaties met cliënten of deelnemers die het vertrouwen in de financiële onderneming of in de financiële markten kunnen schaden; en
4
andere handelingen door de financiële onderneming of haar werknemers die op een dusdanige wijze ingaan tegen hetgeen volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, dat hierdoor het vertrouwen in de financiële onderneming of in de financiële markten ernstig kan worden geschaad; en
c
optreden als clearinginstelling.
1
het waarborgen van de informatieverstrekking aan cliënten of deelnemers;
2
het waarborgen van de vastlegging van de relatie met de cliënten of deelnemers;
3
het waarborgen van de zorgvuldige behandeling van cliënten of deelnemers;
4
het tegengaan van belangenconflicten tussen de financiële onderneming en cliënten of deelnemers en tussen de cliënten of deelnemers onderling;
5
het waarborgen van de rechten van cliënten of deelnemers; en
6
andere bij algemene maatregel van bestuur te bepalen onderwerpen.
3
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de afhandeling van klachten en worden regels gesteld met betrekking tot de erkenning van geschilleninstanties, de behandeling van geschillen door erkende geschilleninstanties en de door erkende geschilleninstanties aan Onze Minister te verstrekken informatie.
4
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het tweede lid bepaalde, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.

Artikel 4 17
1
Een beheerder, beleggingsonderneming, clearinginstelling of financiëledienstverlener draagt zorg voor een adequate behandeling van klachten van cliënten, consumenten of deelnemers over financiële diensten of financiële producten van de financiële onderneming. Hiertoe:
2
Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing op financiële ondernemingen voorzover zij:
a
rechten van deelneming in beleggingsinstellingen aanbieden;
1
het tegengaan van het begaan van strafbare feiten en andere wetsovertredingen door de financiëledienstverlener of zijn werknemers die het vertrouwen in de financiëledienstverlener of in de financiële markten kunnen schaden; en
2
het nemen van maatregelen met betrekking tot andere bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen onderwerpen die tot de integere uitoefening van het bedrijf van een financiëledienstverlener worden gerekend; en
b
beleggingsdiensten uitsluitend voor professionele beleggers verlenen of beleggingsactiviteiten verrichten;
1
het waarborgen van de informatieverstrekking aan cliënten of consumenten; en
2
het waarborgen van de zorgvuldige behandeling van cliënten of consumenten.
3
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de afhandeling van klachten en worden regels gesteld met betrekking tot de erkenning van geschilleninstanties, de behandeling van geschillen door erkende geschilleninstanties en de door erkende geschilleninstanties aan Onze Minister te verstrekken informatie.
4
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het tweede lid bepaalde, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.

Artikel 4 17
1
Een beheerder, beleggingsonderneming, clearinginstelling of financiëledienstverlener draagt zorg voor een adequate behandeling van klachten van cliënten, consumenten of deelnemers over financiële diensten of financiële producten van de financiële onderneming. Hiertoe:
2
Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing op financiële ondernemingen voorzover zij:
3
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de afhandeling van klachten en worden regels gesteld met betrekking tot de erkenning van geschilleninstanties, de behandeling van geschillen door erkende geschilleninstanties en de door erkende geschilleninstanties aan Onze Minister te verstrekken informatie.
a
worden in verband met het toezicht op de naleving van het ingevolge dit deel bepaalde, regels gesteld met betrekking tot het uitbesteden van werkzaamheden door financiële ondernemingen;
b
worden regels gesteld met betrekking tot de beheersing van risico?s die verband houden met het uitbesteden van werkzaamheden door beheerders, bewaarders en beleggingsondernemingen; en
c
worden regels gesteld met betrekking tot de tussen een beheerder, bewaarder of beleggingsonderneming en de derde te sluiten overeenkomst inzake het uitbesteden van werkzaamheden.

Artikel 4 17
1
Een beheerder, beleggingsonderneming, clearinginstelling of financiëledienstverlener draagt zorg voor een adequate behandeling van klachten van cliënten, consumenten of deelnemers over financiële diensten of financiële producten van de financiële onderneming. Hiertoe:
a
beschikt de financiële onderneming over een interne klachtenprocedure, gericht op een spoedige en zorgvuldige behandeling van klachten; en
b
is de financiële onderneming aangesloten bij een door Onze Minister erkende geschilleninstantie die geschillen behandelt met betrekking tot financiële diensten of financiële producten van de financiële onderneming, tenzij er geen zodanige geschilleninstantie is.
2
Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing op financiële ondernemingen voorzover zij:
a
rechten van deelneming in beleggingsinstellingen aanbieden;
b
beleggingsdiensten uitsluitend voor professionele beleggers verlenen of beleggingsactiviteiten verrichten;
c
optreden als clearinginstelling.
3
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de afhandeling van klachten en worden regels gesteld met betrekking tot de erkenning van geschilleninstanties, de behandeling van geschillen door erkende geschilleninstanties en de door erkende geschilleninstanties aan Onze Minister te verstrekken informatie.
Afdeling 4.2.3. Zorgvuldige dienstverlening

Artikel 4 25a
1
Een financiële onderneming houdt zich bij de behandeling van de deelnemer, de consument of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, de cliënt aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid. Onder nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid worden mede verstaan regels met betrekking tot de kosten die de financiële onderneming in rekening brengt indien de deelnemer, consument of cliënt een overeenkomst inzake een financiële dienst of een financieel product beëindigt en een overeenkomst met betrekking tot die financiële dienst onderscheidenlijk dat financieel product aangaat met een andere financiële onderneming.
a
wint zij in het belang van de consument onderscheidenlijk de cliënt informatie in over diens financiële positie, kennis, ervaring, doelstellingen en risicobereidheid, voorzover dit redelijkerwijs relevant is voor haar advies of het beheren van het individuele vermogen;
b
draagt zij er zorg voor dat haar advies of de wijze van het beheer van het individueel vermogen, voorzover redelijkerwijs mogelijk, mede is gebaseerd op de in onderdeel a bedoelde informatie; en
2
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het eerste lid bepaalde, voorzover dat geen betrekking heeft op het adviseren over financiële instrumenten of het beheren van een individueel vermogen, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.

Artikel 4 25a
1
Een financiële onderneming houdt zich bij de behandeling van de deelnemer, de consument of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, de cliënt aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid. Onder nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid worden mede verstaan regels met betrekking tot de kosten die de financiële onderneming in rekening brengt indien de deelnemer, consument of cliënt een overeenkomst inzake een financiële dienst of een financieel product beëindigt en een overeenkomst met betrekking tot die financiële dienst onderscheidenlijk dat financieel product aangaat met een andere financiële onderneming.
2
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het eerste lid bepaalde, voorzover dat geen betrekking heeft op het adviseren over financiële instrumenten of het beheren van een individueel vermogen, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.

Artikel 4 25a
1
Een financiële onderneming houdt zich bij de behandeling van de deelnemer, de consument of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, de cliënt aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid. Onder nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid worden mede verstaan regels met betrekking tot de kosten die de financiële onderneming in rekening brengt indien de deelnemer, consument of cliënt een overeenkomst inzake een financiële dienst of een financieel product beëindigt en een overeenkomst met betrekking tot die financiële dienst onderscheidenlijk dat financieel product aangaat met een andere financiële onderneming.
2
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het eerste lid bepaalde, voorzover dat geen betrekking heeft op het adviseren over financiële instrumenten of het beheren van een individueel vermogen, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.
3
De voordracht voor een op grond van het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur die strekt tot wijziging van een reeds op grond van dat lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd, behoudens indien het vaststellen van de algemene maatregel van bestuur naar het oordeel van Onze Minister spoedeisend is.
4
Het eerste tot en met derde lid zijn niet van toepassing op het op initiatief van een cliënt verlenen van een beleggingsdienst als bedoeld in onderdeel a of b van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 met betrekking tot:
5
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop de informatie, bedoeld in het eerste lid, wordt ingewonnen en wijze waarop de beoordeling van de passendheid van de financiële dienst of het financieel product voor de consument of cliënt plaatsvindt.

Artikel 4 25a
1
Een financiële onderneming houdt zich bij de behandeling van de deelnemer, de consument of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, de cliënt aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid. Onder nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid worden mede verstaan regels met betrekking tot de kosten die de financiële onderneming in rekening brengt indien de deelnemer, consument of cliënt een overeenkomst inzake een financiële dienst of een financieel product beëindigt en een overeenkomst met betrekking tot die financiële dienst onderscheidenlijk dat financieel product aangaat met een andere financiële onderneming.
2
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het eerste lid bepaalde, voorzover dat geen betrekking heeft op het adviseren over financiële instrumenten of het beheren van een individueel vermogen, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.
1
tijdens de voorafgaande vier kwartalen heeft de cliënt op de desbetreffende markt per kwartaal gemiddeld tien transacties van significante omvang verricht;
2
de omvang van de portefeuille financiële instrumenten en deposito?s in geld van de niet-professionele belegger is groter dan € 500 000; of
3
de niet-professionele belegger is gedurende ten minste een jaar werkzaam of werkzaam geweest in de financiële sector, waar hij een beroep uitoefent of heeft uitgeoefend waarbij kennis van de beoogde beleggingsdiensten, beleggingsactiviteiten of nevendiensten vereist is of was.
3
De voordracht voor een op grond van het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur die strekt tot wijziging van een reeds op grond van dat lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd, behoudens indien het vaststellen van de algemene maatregel van bestuur naar het oordeel van Onze Minister spoedeisend is.
4
Het eerste tot en met derde lid zijn niet van toepassing op het op initiatief van een cliënt verlenen van een beleggingsdienst als bedoeld in onderdeel a of b van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 met betrekking tot:

Artikel 4 25a
1
Een financiële onderneming houdt zich bij de behandeling van de deelnemer, de consument of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, de cliënt aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid. Onder nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid worden mede verstaan regels met betrekking tot de kosten die de financiële onderneming in rekening brengt indien de deelnemer, consument of cliënt een overeenkomst inzake een financiële dienst of een financieel product beëindigt en een overeenkomst met betrekking tot die financiële dienst onderscheidenlijk dat financieel product aangaat met een andere financiële onderneming.
2
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het eerste lid bepaalde, voorzover dat geen betrekking heeft op het adviseren over financiële instrumenten of het beheren van een individueel vermogen, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.

Artikel 4 25a
1
Een financiële onderneming houdt zich bij de behandeling van de deelnemer, de consument of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, de cliënt aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid. Onder nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid worden mede verstaan regels met betrekking tot de kosten die de financiële onderneming in rekening brengt indien de deelnemer, consument of cliënt een overeenkomst inzake een financiële dienst of een financieel product beëindigt en een overeenkomst met betrekking tot die financiële dienst onderscheidenlijk dat financieel product aangaat met een andere financiële onderneming.
2
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het eerste lid bepaalde, voorzover dat geen betrekking heeft op het adviseren over financiële instrumenten of het beheren van een individueel vermogen, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.

Artikel 4 25a
1
Een financiële onderneming houdt zich bij de behandeling van de deelnemer, de consument of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, de cliënt aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid. Onder nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid worden mede verstaan regels met betrekking tot de kosten die de financiële onderneming in rekening brengt indien de deelnemer, consument of cliënt een overeenkomst inzake een financiële dienst of een financieel product beëindigt en een overeenkomst met betrekking tot die financiële dienst onderscheidenlijk dat financieel product aangaat met een andere financiële onderneming.
2
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het eerste lid bepaalde, voorzover dat geen betrekking heeft op het adviseren over financiële instrumenten of het beheren van een individueel vermogen, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.
3
De voordracht voor een op grond van het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur die strekt tot wijziging van een reeds op grond van dat lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd, behoudens indien het vaststellen van de algemene maatregel van bestuur naar het oordeel van Onze Minister spoedeisend is.
4
Het eerste tot en met derde lid zijn niet van toepassing op het op initiatief van een cliënt verlenen van een beleggingsdienst als bedoeld in onderdeel a of b van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 met betrekking tot:

Artikel 4 25a
1
Een financiële onderneming houdt zich bij de behandeling van de deelnemer, de consument of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, de cliënt aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid. Onder nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid worden mede verstaan regels met betrekking tot de kosten die de financiële onderneming in rekening brengt indien de deelnemer, consument of cliënt een overeenkomst inzake een financiële dienst of een financieel product beëindigt en een overeenkomst met betrekking tot die financiële dienst onderscheidenlijk dat financieel product aangaat met een andere financiële onderneming.
2
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het eerste lid bepaalde, voorzover dat geen betrekking heeft op het adviseren over financiële instrumenten of het beheren van een individueel vermogen, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.
3
De voordracht voor een op grond van het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur die strekt tot wijziging van een reeds op grond van dat lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd, behoudens indien het vaststellen van de algemene maatregel van bestuur naar het oordeel van Onze Minister spoedeisend is.
a
de informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en de wijze waarop deze informatie wordt ingewonnen;
b
de wijze, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, waarop een beleggingsonderneming bij haar advies over financiële instrumenten of het beheren van het individueel vermogen rekening houdt met de ingewonnen informatie;
4
Het eerste tot en met derde lid zijn niet van toepassing op het op initiatief van een cliënt verlenen van een beleggingsdienst als bedoeld in onderdeel a of b van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 met betrekking tot:
5
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop de informatie, bedoeld in het eerste lid, wordt ingewonnen en wijze waarop de beoordeling van de passendheid van de financiële dienst of het financieel product voor de consument of cliënt plaatsvindt.
6
De waarschuwingen bedoeld in het tweede en derde lid, en het kenbaar maken, bedoeld in het vierde lid, tweede volzin, mogen in gestandaardiseerde vorm geschieden.
7
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van dit artikel bepaalde, voorzover dat geen betrekking heeft op het verlenen van een beleggingsdienst of nevendienst, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.

Artikel 4 25a
Indien een financiëledienstverlener een financiële dienst verleent door tussenkomst van een bemiddelaar, gevolmachtigde agent of een ondergevolmachtigde agent wordt de informatie, bedoeld in artikel 4:20, eerste en derde lid, verstrekt door deze bemiddelaar, gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent, tenzij de desbetreffende financiële onderneming en de bemiddelaar, gevolmachtigde agent onderscheidenlijk ondergevolmachtigde agent zijn overeengekomen dat de financiële onderneming zelf aan artikel 4:20, eerste en derde lid, voldoet.

Artikel 4 25a
1
Een financiële onderneming houdt zich bij de behandeling van de deelnemer, de consument of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, de cliënt aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid. Onder nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid worden mede verstaan regels met betrekking tot de kosten die de financiële onderneming in rekening brengt indien de deelnemer, consument of cliënt een overeenkomst inzake een financiële dienst of een financieel product beëindigt en een overeenkomst met betrekking tot die financiële dienst onderscheidenlijk dat financieel product aangaat met een andere financiële onderneming.
2
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het eerste lid bepaalde, voorzover dat geen betrekking heeft op het adviseren over financiële instrumenten of het beheren van een individueel vermogen, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.

Artikel 4 25a
1
Een financiële onderneming houdt zich bij de behandeling van de deelnemer, de consument of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, de cliënt aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid. Onder nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid worden mede verstaan regels met betrekking tot de kosten die de financiële onderneming in rekening brengt indien de deelnemer, consument of cliënt een overeenkomst inzake een financiële dienst of een financieel product beëindigt en een overeenkomst met betrekking tot die financiële dienst onderscheidenlijk dat financieel product aangaat met een andere financiële onderneming.
a
wint zij in het belang van de consument onderscheidenlijk de cliënt informatie in over diens financiële positie, kennis, ervaring, doelstellingen en risicobereidheid, voorzover dit redelijkerwijs relevant is voor haar advies of het beheren van het individuele vermogen;
b
draagt zij er zorg voor dat haar advies of de wijze van het beheer van het individueel vermogen, voorzover redelijkerwijs mogelijk, mede is gebaseerd op de in onderdeel a bedoelde informatie; en
c
licht zij, indien het advisering betreft met betrekking tot financiële producten die geen financiële instrumenten zijn, de overwegingen toe die ten grondslag liggen aan haar advies voorzover dit nodig is voor een goed begrip van haar advies.
2
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het eerste lid bepaalde, voorzover dat geen betrekking heeft op het adviseren over financiële instrumenten of het beheren van een individueel vermogen, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.
3
De voordracht voor een op grond van het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur die strekt tot wijziging van een reeds op grond van dat lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd, behoudens indien het vaststellen van de algemene maatregel van bestuur naar het oordeel van Onze Minister spoedeisend is.
a
de informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en de wijze waarop deze informatie wordt ingewonnen;
b
de wijze, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, waarop een beleggingsonderneming bij haar advies over financiële instrumenten of het beheren van het individueel vermogen rekening houdt met de ingewonnen informatie;
c
de wijze waarop de toelichting, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt gegeven; en
d
de wijze waarop de financiële onderneming de consument onderscheidenlijk de cliënt kenbaar maakt dat zij niet adviseert.
4
Het eerste tot en met derde lid zijn niet van toepassing op het op initiatief van een cliënt verlenen van een beleggingsdienst als bedoeld in onderdeel a of b van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 met betrekking tot:

Artikel 4 25a
1
Een financiële onderneming houdt zich bij de behandeling van de deelnemer, de consument of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, de cliënt aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid. Onder nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid worden mede verstaan regels met betrekking tot de kosten die de financiële onderneming in rekening brengt indien de deelnemer, consument of cliënt een overeenkomst inzake een financiële dienst of een financieel product beëindigt en een overeenkomst met betrekking tot die financiële dienst onderscheidenlijk dat financieel product aangaat met een andere financiële onderneming.
2
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het eerste lid bepaalde, voorzover dat geen betrekking heeft op het adviseren over financiële instrumenten of het beheren van een individueel vermogen, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.
3
De voordracht voor een op grond van het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur die strekt tot wijziging van een reeds op grond van dat lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd, behoudens indien het vaststellen van de algemene maatregel van bestuur naar het oordeel van Onze Minister spoedeisend is.
4
Het eerste tot en met derde lid zijn niet van toepassing op het op initiatief van een cliënt verlenen van een beleggingsdienst als bedoeld in onderdeel a of b van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 met betrekking tot:
a
aandelen die tot de handel op een gereglementeerde markt of een met een gereglementeerde markt vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is zijn toegelaten;
b
instrumenten die gewoonlijk op de geldmarkt worden verhandeld;
c
verhandelbare obligaties of andere schuldinstrumenten, voorzover het geen converteerbare obligaties of converteerbare schuldinstrumenten betreft;
d
rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging in effecten; of
e
bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere financiële instrumenten, indien de financiële onderneming voorafgaand aan het verlenen van de beleggingsdienst de cliënt kenbaar maakt dat zij de geschiktheid van de financiële dienst of het financieel product voor de consument niet heeft beoordeeld.
5
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop de informatie, bedoeld in het eerste lid, wordt ingewonnen en wijze waarop de beoordeling van de passendheid van de financiële dienst of het financieel product voor de consument of cliënt plaatsvindt.
6
De waarschuwingen bedoeld in het tweede en derde lid, en het kenbaar maken, bedoeld in het vierde lid, tweede volzin, mogen in gestandaardiseerde vorm geschieden.

Artikel 4 25a
1
Een financiële onderneming houdt zich bij de behandeling van de deelnemer, de consument of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, de cliënt aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid. Onder nadere regels met betrekking tot de in acht te nemen zorgvuldigheid worden mede verstaan regels met betrekking tot de kosten die de financiële onderneming in rekening brengt indien de deelnemer, consument of cliënt een overeenkomst inzake een financiële dienst of een financieel product beëindigt en een overeenkomst met betrekking tot die financiële dienst onderscheidenlijk dat financieel product aangaat met een andere financiële onderneming.
2
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het eerste lid bepaalde, voorzover dat geen betrekking heeft op het adviseren over financiële instrumenten of het beheren van een individueel vermogen, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.
3
De voordracht voor een op grond van het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur die strekt tot wijziging van een reeds op grond van dat lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd, behoudens indien het vaststellen van de algemene maatregel van bestuur naar het oordeel van Onze Minister spoedeisend is.

Artikel 4 25a
Indien een beleggingsonderneming van een andere beleggingsonderneming de opdracht krijgt om beleggingsdiensten of nevendiensten voor een cliënt te verlenen:
a
is de verplichting tot het inwinnen van informatie, bedoeld in artikel 4:23, eerste lid, aanhef en onderdeel a, en artikel 4:24, eerste lid, niet op haar van toepassing voor zover de in die bepalingen bedoelde informatie door de andere beleggingsonderneming aan haar is verstrekt; en
b
mag zij erop vertrouwen dat het door de andere onderneming aan de cliënt verstrekte advies over financiële instrumenten of de voorgestelde wijze van beheer van het individuele vermogen van de cliënt overeenkomt met hetgeen bij of krachtens deze wet daaromtrent is bepaald.
Afdeling 4.2.4. Meldingsplichten

Artikel 4 27
1
Een accountant die het onderzoek uitvoert van de jaarrekening van een beheerder van een beleggingsinstelling met zetel in Nederland, een beleggingsinstelling met zetel in Nederland, een beleggingsonderneming, clearinginstelling, kredietinstelling of verzekeraar met zetel in Nederland, meldt de Autoriteit Financiële Markten zo spoedig mogelijk elke omstandigheid waarvan hij bij de uitvoering van het onderzoek kennis heeft gekregen en die in strijd is met op grond van dit deel opgelegde verplichtingen.
2
Een accountant die het onderzoek uitvoert van de jaarrekening van een beheerder van een beleggingsinstelling met zetel in Nederland, een beleggingsinstelling met zetel in Nederland of een beleggingsonderneming met zetel in Nederland, meldt de Autoriteit Financiële Markten zo spoedig mogelijk elke omstandigheid waarvan hij bij de uitvoering van het onderzoek kennis heeft gekregen en die leidt tot weigering van het afgeven van een verklaring omtrent de getrouwheid of tot het maken van voorbehouden.
3
Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op een accountant die naast het onderzoek van de jaarrekening van de financiële onderneming, bedoeld in het eerste onderscheidenlijk tweede lid, ook het onderzoek uitvoert van de jaarrekening van een andere persoon met welke de financiële onderneming in een formele of feitelijke zeggenschapsstructuur is verbonden.
4
De accountant, bedoeld in het tweede lid, verstrekt zo spoedig mogelijk bij algemene maatregel van bestuur te bepalen inlichtingen aan de Autoriteit Financiële Markten ten behoeve van het toezicht op de financiële onderneming. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de in acht te nemen procedures.
5
De Autoriteit Financiële Markten stelt de financiële onderneming in de gelegenheid aanwezig te zijn bij de melding, bedoeld in het eerste of tweede lid, en bij het verstrekken van inlichtingen, bedoeld in het vierde lid, door de accountant.
6
De accountant die op grond van het eerste, tweede of derde lid tot een melding of op grond van het vierde lid tot het verstrekken van inlichtingen aan de Autoriteit Financiële Markten is overgegaan, is niet aansprakelijk voor schade die een derde dientengevolge lijdt, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat gelet op alle feiten en omstandigheden in redelijkheid niet tot melding of tot het verstrekken van inlichtingen had mogen worden overgegaan.

Artikel 4 27
1
Een accountant die het onderzoek uitvoert van de jaarrekening van een beheerder van een beleggingsinstelling met zetel in Nederland, een beleggingsinstelling met zetel in Nederland, een beleggingsonderneming, clearinginstelling, kredietinstelling of verzekeraar met zetel in Nederland, meldt de Autoriteit Financiële Markten zo spoedig mogelijk elke omstandigheid waarvan hij bij de uitvoering van het onderzoek kennis heeft gekregen en die in strijd is met op grond van dit deel opgelegde verplichtingen.
2
Een accountant die het onderzoek uitvoert van de jaarrekening van een beheerder van een beleggingsinstelling met zetel in Nederland, een beleggingsinstelling met zetel in Nederland of een beleggingsonderneming met zetel in Nederland, meldt de Autoriteit Financiële Markten zo spoedig mogelijk elke omstandigheid waarvan hij bij de uitvoering van het onderzoek kennis heeft gekregen en die leidt tot weigering van het afgeven van een verklaring omtrent de getrouwheid of tot het maken van voorbehouden.
3
Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op een accountant die naast het onderzoek van de jaarrekening van de financiële onderneming, bedoeld in het eerste onderscheidenlijk tweede lid, ook het onderzoek uitvoert van de jaarrekening van een andere persoon met welke de financiële onderneming in een formele of feitelijke zeggenschapsstructuur is verbonden.
4
De accountant, bedoeld in het tweede lid, verstrekt zo spoedig mogelijk bij algemene maatregel van bestuur te bepalen inlichtingen aan de Autoriteit Financiële Markten ten behoeve van het toezicht op de financiële onderneming. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de in acht te nemen procedures.
5
De Autoriteit Financiële Markten stelt de financiële onderneming in de gelegenheid aanwezig te zijn bij de melding, bedoeld in het eerste of tweede lid, en bij het verstrekken van inlichtingen, bedoeld in het vierde lid, door de accountant.
6
De accountant die op grond van het eerste, tweede of derde lid tot een melding of op grond van het vierde lid tot het verstrekken van inlichtingen aan de Autoriteit Financiële Markten is overgegaan, is niet aansprakelijk voor schade die een derde dientengevolge lijdt, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat gelet op alle feiten en omstandigheden in redelijkheid niet tot melding of tot het verstrekken van inlichtingen had mogen worden overgegaan.
7
Het tweede lid en vierde lid zijn niet van toepassing op accountants die het onderzoek uitvoeren van de jaarrekening van een beleggingsonderneming die voor de uitoefening van het bedrijf van bank een door de Nederlandsche Bank verleende vergunning heeft.
Afdeling 4.2.5. Overeenkomsten op afstand

Artikel 4 30
1
Met de uitvoering van een overeenkomst op afstand wordt pas na toestemming van de consument een begin gemaakt.
2
Indien de consument gebruik maakt van zijn in artikel 4:28, eerste of tweede lid, bedoelde recht, kan de financiële onderneming uitsluitend een vergoeding vragen voor het financiële product dat ter uitvoering van de overeenkomst op afstand is geleverd. Deze vergoeding is:
3
De financiële onderneming kan slechts betaling van de in het tweede lid bedoelde vergoeding verlangen indien zij:
4
Indien de consument gebruikt maakt van het in artikel 4:28, eerste of tweede lid, bedoelde recht, betaalt de financiële onderneming de consument zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen dertig kalenderdagen nadat zij de kennisgeving van de ontbinding heeft ontvangen, al hetgeen zij op grond van de overeenkomst op afstand van de consument ontvangen heeft terug, verminderd met het in het tweede lid bedoelde bedrag.
a
overeenkomsten inzake financiële producten waarvan de waarde gedurende de termijn, bedoeld in het desbetreffende lid, afhankelijk is van ontwikkelingen op de financiële markten of andere markten;
b
overeenkomsten inzake verzekeringen met een looptijd van minder dan een maand;
c
overeenkomsten die op uitdrukkelijk verzoek van de consument volledig zijn uitgevoerd voordat de consument gebruik maakt van het in het eerste of tweede lid bedoelde recht;
d
overeenkomsten inzake krediet die zijn ontbonden overeenkomstig de artikelen 7:46e en 7:48e van het Burgerlijk Wetboek;
e
overeenkomsten inzake krediet waarbij hypothecaire zekerheid wordt verleend; en
f
bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere overeenkomsten inzake financiële producten.
5
Indien de consument gebruik maakt van het in artikel 4:28, eerste of tweede lid bedoelde recht, geeft hij de financiële onderneming zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen dertig kalenderdagen nadat hij de kennisgeving van de ontbinding heeft verzonden, alle geldbedragen en goederen terug die hij van de financiële onderneming op grond van de overeenkomst op afstand heeft ontvangen.

Artikel 4 30
1
Met de uitvoering van een overeenkomst op afstand wordt pas na toestemming van de consument een begin gemaakt.
2
Indien de consument gebruik maakt van zijn in artikel 4:28, eerste of tweede lid, bedoelde recht, kan de financiële onderneming uitsluitend een vergoeding vragen voor het financiële product dat ter uitvoering van de overeenkomst op afstand is geleverd. Deze vergoeding is:
a
niet hoger dan een bedrag dat evenredig is aan de verhouding tussen het reeds geleverde product en de volledige uitvoering van de overeenkomst op afstand; en
b
in geen geval zo hoog dat deze als een boete kan worden opgevat.
3
De financiële onderneming kan slechts betaling van de in het tweede lid bedoelde vergoeding verlangen indien zij:
a
kan aantonen dat de consument overeenkomstig artikel 4:20, eerste lid, is geïnformeerd over de in het tweede lid bedoelde vergoeding; en
b
op uitdrukkelijk verzoek van de consument met de uitvoering van de overeenkomst is begonnen voor het verstrijken van de in artikel 4:28, eerste of tweede lid, genoemde termijn.
4
Indien de consument gebruikt maakt van het in artikel 4:28, eerste of tweede lid, bedoelde recht, betaalt de financiële onderneming de consument zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen dertig kalenderdagen nadat zij de kennisgeving van de ontbinding heeft ontvangen, al hetgeen zij op grond van de overeenkomst op afstand van de consument ontvangen heeft terug, verminderd met het in het tweede lid bedoelde bedrag.
5
Indien de consument gebruik maakt van het in artikel 4:28, eerste of tweede lid bedoelde recht, geeft hij de financiële onderneming zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen dertig kalenderdagen nadat hij de kennisgeving van de ontbinding heeft verzonden, alle geldbedragen en goederen terug die hij van de financiële onderneming op grond van de overeenkomst op afstand heeft ontvangen.

Artikel 4 30
Van de artikelen 4:28 en 4:29 kan niet ten nadele van de consument worden afgeweken.

Hoofdstuk 4.3. Aanvullende regels voor het werkzaam zijn op de financiële markten betreffende bepaalde financiële diensten
Afdeling 4.3.1. Aanbieden
4.3.1.1
. Beleggingsobjecten

Artikel 4 30a
1
Een aanbieder van een beleggingsobject beschikt over een website en heeft daarop een beleggingsobjectprospectus beschikbaar. Op verzoek van een consument verstrekt de aanbieder deze onverwijld kosteloos een beleggingsobjectprospectus.
2
Indien een beleggingsobject wordt aangeboden door tussenkomst van een bemiddelaar wordt het beleggingsobjectprospectus, bedoeld in het eerste lid, door de bemiddelaar verstrekt, tenzij de aanbieder en de bemiddelaar zijn overeengekomen dat de aanbieder zelf aan deze verplichting voldoet. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing.
3
Het beleggingsobjectprospectus, bedoeld in het eerste lid, bevat uitsluitend bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens die op bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen wijze in het beleggingsobjectprospectus worden opgenomen. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van verstrekking van het beleggingsobjectprospectus.
4
Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels kan worden afgeweken van de verplichting een beleggingsobjectprospectus beschikbaar te hebben en te verstrekken.
5
Artikel 4:19, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op het beleggingsobjectprospectus, bedoeld in het eerste lid.
4.3.1.2
. Elektronisch geld

Artikel 4 31
1
Een kredietinstelling wisselt op verzoek van een houder van door haar uitgegeven elektronisch geld het elektronische geld om door middel van uitbetaling van het elektronische geld in chartaal geld of door storting op een betaal- of spaarrekening, waarbij uitsluitend de voor de omwisseling noodzakelijke kosten kunnen worden berekend.
2
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de omwisseling, bedoeld in het eerste lid.
4.3.1.3
. Krediet

Artikel 4 37a [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
1
Voor de bedrijfsvoering van een gemeentelijke kredietbank wordt een reglement vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders of, indien de gemeentelijke kredietbank is ingesteld door middel van het treffen van een gemeenschappelijke regeling, door de betrokken gemeenteraden van de aan de regeling deelnemende gemeenten, waarin voor het aanbieden van krediet in het kader van het uitoefenen van haar publieke taak ten minste voorschriften staan opgenomen die overeenkomen met het ingevolge afdeling 4.2.1, afdeling 4.2.2, afdeling 4.2.3, afdeling 4.2.5, artikel 4:32, artikel 4:33, paragraaf 4.3.8.1. en de hoofdstukken IV en V van de Wet op het consumentenkrediet bepaalde.
2
Het reglement wordt onderworpen aan de goedkeuring van gedeputeerde staten.

Artikel 4 37a [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
1
Voor de bedrijfsvoering van een gemeentelijke kredietbank wordt een reglement vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders of, indien de gemeentelijke kredietbank is ingesteld door middel van het treffen van een gemeenschappelijke regeling, door de betrokken gemeenteraden van de aan de regeling deelnemende gemeenten, waarin voor het aanbieden van krediet in het kader van het uitoefenen van haar publieke taak ten minste voorschriften staan opgenomen die overeenkomen met het ingevolge afdeling 4.2.1, afdeling 4.2.2, afdeling 4.2.3, afdeling 4.2.5, artikel 4:32, artikel 4:33, paragraaf 4.3.8.1. en de hoofdstukken IV en V van de Wet op het consumentenkrediet bepaalde.
2
Het reglement wordt onderworpen aan de goedkeuring van gedeputeerde staten.
3
Het toezicht op de naleving van het reglement door de gemeentelijke kredietbank:
4
De vereisten genoemd in het derde lid, onderdeel b, onder 1° tot en met 3°, zijn niet van toepassing op een gemeentelijke kredietbank met een privaatrechtelijke rechtsvorm indien een negatief exploitatiesaldo wordt aangezuiverd door een of meer gemeenten waarvoor de gemeentelijke kredietbank werkzaam is.
5
Artikel 4:19, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op het kredietprospectus, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4 37a [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
1
Voor de bedrijfsvoering van een gemeentelijke kredietbank wordt een reglement vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders of, indien de gemeentelijke kredietbank is ingesteld door middel van het treffen van een gemeenschappelijke regeling, door de betrokken gemeenteraden van de aan de regeling deelnemende gemeenten, waarin voor het aanbieden van krediet in het kader van het uitoefenen van haar publieke taak ten minste voorschriften staan opgenomen die overeenkomen met het ingevolge afdeling 4.2.1, afdeling 4.2.2, afdeling 4.2.3, afdeling 4.2.5, artikel 4:32, artikel 4:33, paragraaf 4.3.8.1. en de hoofdstukken IV en V van de Wet op het consumentenkrediet bepaalde.
2
Het reglement wordt onderworpen aan de goedkeuring van gedeputeerde staten.
3
Het toezicht op de naleving van het reglement door de gemeentelijke kredietbank:

Artikel 4 37a [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding.

Artikel 4 37a [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Een gemeentelijke kredietbank wordt opgericht en opgeheven bij een daartoe strekkend besluit van de gemeenteraad of door middel van het treffen van een gemeenschappelijke regeling door gemeenteraden van twee of meer gemeenten. Het besluit of de gemeenschappelijke regeling, wordt onderworpen aan de goedkeuring van gedeputeerde staten.

Artikel 4 37a [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
1
Voor de bedrijfsvoering van een gemeentelijke kredietbank wordt een reglement vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders of, indien de gemeentelijke kredietbank is ingesteld door middel van het treffen van een gemeenschappelijke regeling, door de betrokken gemeenteraden van de aan de regeling deelnemende gemeenten, waarin voor het aanbieden van krediet in het kader van het uitoefenen van haar publieke taak ten minste voorschriften staan opgenomen die overeenkomen met het ingevolge afdeling 4.2.1, afdeling 4.2.2, afdeling 4.2.3, afdeling 4.2.5, artikel 4:32, artikel 4:33, paragraaf 4.3.8.1. en de hoofdstukken IV en V van de Wet op het consumentenkrediet bepaalde.
2
Het reglement wordt onderworpen aan de goedkeuring van gedeputeerde staten.
3
Het toezicht op de naleving van het reglement door de gemeentelijke kredietbank:
a
wordt uitgevoerd door het algemeen bestuur van de gemeentelijke kredietbank, in het geval dat de gemeentelijke kredietbank is opgericht door middel van het treffen van een gemeenschappelijke regeling en geen privaatrechtelijke rechtsvorm heeft;
b
wordt in het geval dat de gemeentelijke kredietbank een privaatrechtelijke rechtsvorm heeft gewaarborgd doordat:
1
de meerderheid van het bestuur wordt benoemd op voordracht van een gemeenteraad of een college van burgemeester en wethouders van een of meer gemeenten waarvoor de gemeentelijke kredietbank werkzaamheden verricht;
2
de meerderheid van de Raad van Toezicht wordt benoemd op voordracht van een gemeenteraad of van een college van burgemeester en wethouders van een of meer gemeenten waarvoor de gemeentelijke kredietbank werkzaamheden verricht;
3
de jaarrekening en begroting van de gemeentelijke kredietbank worden goedgekeurd door een gemeenteraad of door een college van burgemeester en wethouders van een of meer gemeenten waarvoor de gemeentelijke kredietbank werkzaamheden verricht; of
c
wordt, indien de onderdelen a en b niet van toepassing zijn, uitgevoerd door het college van burgemeester en wethouders.
4
De vereisten genoemd in het derde lid, onderdeel b, onder 1° tot en met 3°, zijn niet van toepassing op een gemeentelijke kredietbank met een privaatrechtelijke rechtsvorm indien een negatief exploitatiesaldo wordt aangezuiverd door een of meer gemeenten waarvoor de gemeentelijke kredietbank werkzaam is.

Artikel 4 37a [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
4.3.1.4
. Rechten van deelneming in een beleggingsinstelling

Artikel 4 62
1
Een beheerder die in Nederland rechten van deelneming aanbiedt in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging met zetel in een andere lidstaat stelt in Nederland de gegevens en bescheiden met betrekking tot die instelling voor collectieve belegging in effecten die hij openbaar dient te maken overeenkomstig de regels, gesteld door de andere lidstaat, beschikbaar in de Nederlandse of een andere door de Autoriteit Financiële Markten goedgekeurde taal.
2
De beheerder, bedoeld in het eerste lid, draagt met inachtneming van de toepasselijke Nederlandse wettelijke bepalingen zorg voor de uitkeringen op, de inkoop van of terugbetaling op de rechten van deelneming in Nederland.

Artikel 4 62
Ten minste twee natuurlijke personen bepalen het dagelijks beleid van een beheerder, beleggingsmaatschappij of bewaarder.

Artikel 4 62
De personen die het dagelijks beleid van een beheerder of beleggingsmaatschappij met zetel in Nederland bepalen, verrichten hun werkzaamheden in verband daarmee vanuit Nederland.

Artikel 4 62
Een beheerder is statutair bestuurder van elke door hem beheerde beleggingsmaatschappij.

Artikel 4 62
Een beheerder die een beleggingsfonds beheert, treft maatregelen opdat:
a
de activa van het beleggingsfonds ten behoeve van de deelnemers wordt verkregen door een van de beheerder onafhankelijke bewaarder; en
b
de bewaarder slechts met medewerking van de beheerder over de vermogensbestanddelen van het beleggingsfonds kan beschikken.

Artikel 4 62
1
Een beheerder die in Nederland rechten van deelneming aanbiedt in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging met zetel in een andere lidstaat stelt in Nederland de gegevens en bescheiden met betrekking tot die instelling voor collectieve belegging in effecten die hij openbaar dient te maken overeenkomstig de regels, gesteld door de andere lidstaat, beschikbaar in de Nederlandse of een andere door de Autoriteit Financiële Markten goedgekeurde taal.
2
De beheerder, bedoeld in het eerste lid, draagt met inachtneming van de toepasselijke Nederlandse wettelijke bepalingen zorg voor de uitkeringen op, de inkoop van of terugbetaling op de rechten van deelneming in Nederland.

Artikel 4 62
1
Een beheerder die in Nederland rechten van deelneming aanbiedt in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging met zetel in een andere lidstaat stelt in Nederland de gegevens en bescheiden met betrekking tot die instelling voor collectieve belegging in effecten die hij openbaar dient te maken overeenkomstig de regels, gesteld door de andere lidstaat, beschikbaar in de Nederlandse of een andere door de Autoriteit Financiële Markten goedgekeurde taal.
2
De beheerder, bedoeld in het eerste lid, draagt met inachtneming van de toepasselijke Nederlandse wettelijke bepalingen zorg voor de uitkeringen op, de inkoop van of terugbetaling op de rechten van deelneming in Nederland.
3
Een instelling voor collectieve belegging in effecten heeft haar zetel in Nederland.

Artikel 4 62
1
Een beheerder die in Nederland rechten van deelneming aanbiedt in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging met zetel in een andere lidstaat stelt in Nederland de gegevens en bescheiden met betrekking tot die instelling voor collectieve belegging in effecten die hij openbaar dient te maken overeenkomstig de regels, gesteld door de andere lidstaat, beschikbaar in de Nederlandse of een andere door de Autoriteit Financiële Markten goedgekeurde taal.
a
effecten;
b
instrumenten die gewoonlijk op de geldmarkt worden verhandeld;
2
De beheerder, bedoeld in het eerste lid, draagt met inachtneming van de toepasselijke Nederlandse wettelijke bepalingen zorg voor de uitkeringen op, de inkoop van of terugbetaling op de rechten van deelneming in Nederland.
3
Een instelling voor collectieve belegging in effecten heeft haar zetel in Nederland.
4
De werkzaamheden van een instelling voor collectieve belegging in effecten die een beleggingsmaatschappij is, zijn beperkt tot het beheer van haar vermogen.

Artikel 4 62
1
Een beheerder die in Nederland rechten van deelneming aanbiedt in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging met zetel in een andere lidstaat stelt in Nederland de gegevens en bescheiden met betrekking tot die instelling voor collectieve belegging in effecten die hij openbaar dient te maken overeenkomstig de regels, gesteld door de andere lidstaat, beschikbaar in de Nederlandse of een andere door de Autoriteit Financiële Markten goedgekeurde taal.
2
De beheerder, bedoeld in het eerste lid, draagt met inachtneming van de toepasselijke Nederlandse wettelijke bepalingen zorg voor de uitkeringen op, de inkoop van of terugbetaling op de rechten van deelneming in Nederland.
3
Een instelling voor collectieve belegging in effecten heeft haar zetel in Nederland.
4
De werkzaamheden van een instelling voor collectieve belegging in effecten die een beleggingsmaatschappij is, zijn beperkt tot het beheer van haar vermogen.

Artikel 4 62
Telkens wanneer een beleggingsinstelling rechten van deelneming aanbiedt, verkoopt, inkoopt of daarop terugbetaalt, bepaalt de beheerder de intrinsieke waarde van de rechten van deelneming en publiceert hij deze onverwijld op zijn website, onder vermelding van het moment waarop de bepaling van de intrinsieke waarde plaatsvond.

Artikel 4 62
1
Een beheerder die in Nederland rechten van deelneming aanbiedt in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging met zetel in een andere lidstaat stelt in Nederland de gegevens en bescheiden met betrekking tot die instelling voor collectieve belegging in effecten die hij openbaar dient te maken overeenkomstig de regels, gesteld door de andere lidstaat, beschikbaar in de Nederlandse of een andere door de Autoriteit Financiële Markten goedgekeurde taal.
2
De beheerder, bedoeld in het eerste lid, draagt met inachtneming van de toepasselijke Nederlandse wettelijke bepalingen zorg voor de uitkeringen op, de inkoop van of terugbetaling op de rechten van deelneming in Nederland.
3
Een instelling voor collectieve belegging in effecten heeft haar zetel in Nederland.
4
De werkzaamheden van een instelling voor collectieve belegging in effecten die een beleggingsmaatschappij is, zijn beperkt tot het beheer van haar vermogen.

Artikel 4 62
1
Een beheerder die in Nederland rechten van deelneming aanbiedt in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging met zetel in een andere lidstaat stelt in Nederland de gegevens en bescheiden met betrekking tot die instelling voor collectieve belegging in effecten die hij openbaar dient te maken overeenkomstig de regels, gesteld door de andere lidstaat, beschikbaar in de Nederlandse of een andere door de Autoriteit Financiële Markten goedgekeurde taal.
2
De beheerder, bedoeld in het eerste lid, draagt met inachtneming van de toepasselijke Nederlandse wettelijke bepalingen zorg voor de uitkeringen op, de inkoop van of terugbetaling op de rechten van deelneming in Nederland.

Artikel 4 62
1
Een beheerder die in Nederland rechten van deelneming aanbiedt in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging met zetel in een andere lidstaat stelt in Nederland de gegevens en bescheiden met betrekking tot die instelling voor collectieve belegging in effecten die hij openbaar dient te maken overeenkomstig de regels, gesteld door de andere lidstaat, beschikbaar in de Nederlandse of een andere door de Autoriteit Financiële Markten goedgekeurde taal.
2
De beheerder, bedoeld in het eerste lid, draagt met inachtneming van de toepasselijke Nederlandse wettelijke bepalingen zorg voor de uitkeringen op, de inkoop van of terugbetaling op de rechten van deelneming in Nederland.
a
de gegevens die voor beleggers noodzakelijk zijn om zich een oordeel te vormen over de beleggingsinstelling en de daaraan verbonden kosten en risico?s;
b
een verklaring van de beheerder dat hijzelf, de beleggingsinstelling en de eventueel daaraan verbonden bewaarder voldoen aan de bij of krachtens deze wet gestelde regels en dat het prospectus voldoet aan de bij of krachtens deze wet gestelde regels;
c
een mededeling van een accountant, onder vermelding van zijn naam en kantooradres, dat het prospectus de ingevolge deze wet voorgeschreven gegevens bevat;
d
het registratiedocument van de beheerder, bedoeld in artikel 4:48, eerste lid; en
e
bij algemene maatregel van bestuur te bepalen andere gegevens die op bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen wijze in het prospectus worden opgenomen.
3
Een instelling voor collectieve belegging in effecten heeft haar zetel in Nederland.
4
De werkzaamheden van een instelling voor collectieve belegging in effecten die een beleggingsmaatschappij is, zijn beperkt tot het beheer van haar vermogen.
5
Het is een instelling voor collectieve belegging in effecten verboden haar statuten of reglementen zodanig te wijzigen dat zij niet meer voldoet aan het eerste tot en met vierde lid.
6
Een wijziging van de statuten of reglementen als bedoeld in het vijfde lid is nietig. Op verzoek van het openbaar ministerie benoemt de rechter een bewindvoerder met de macht om de gevolgen van de nietige handeling ongedaan te maken.

Artikel 4 62
1
Een beheerder die in Nederland rechten van deelneming aanbiedt in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging met zetel in een andere lidstaat stelt in Nederland de gegevens en bescheiden met betrekking tot die instelling voor collectieve belegging in effecten die hij openbaar dient te maken overeenkomstig de regels, gesteld door de andere lidstaat, beschikbaar in de Nederlandse of een andere door de Autoriteit Financiële Markten goedgekeurde taal.
a
effecten;
b
instrumenten die gewoonlijk op de geldmarkt worden verhandeld;
c
rechten van deelneming in beleggingsinstellingen die op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald;
d
financiële futures of gelijkwaardige instrumenten die gericht zijn op verrekening in geld;
e
rentetermijncontracten;
f
renteswaps, valutaswaps of aandelenswaps;
g
opties ter verwerving of vervreemding van instrumenten als bedoeld in de onderdelen a tot en met f, met inbegrip van gelijkwaardige instrumenten die gericht zijn op verrekening in geld; of
h
tegoeden bij banken die onmiddellijk kunnen worden opgevraagd en waarvan de rentetermijn ten hoogste twaalf maanden bedraagt.
i
het fondsreglement van een beleggingsfonds indien het rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging in effecten betreft.
2
De beheerder, bedoeld in het eerste lid, draagt met inachtneming van de toepasselijke Nederlandse wettelijke bepalingen zorg voor de uitkeringen op, de inkoop van of terugbetaling op de rechten van deelneming in Nederland.
3
Een instelling voor collectieve belegging in effecten heeft haar zetel in Nederland.

Artikel 4 62
1
Een beheerder die in Nederland rechten van deelneming aanbiedt in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging met zetel in een andere lidstaat stelt in Nederland de gegevens en bescheiden met betrekking tot die instelling voor collectieve belegging in effecten die hij openbaar dient te maken overeenkomstig de regels, gesteld door de andere lidstaat, beschikbaar in de Nederlandse of een andere door de Autoriteit Financiële Markten goedgekeurde taal.
2
De beheerder, bedoeld in het eerste lid, draagt met inachtneming van de toepasselijke Nederlandse wettelijke bepalingen zorg voor de uitkeringen op, de inkoop van of terugbetaling op de rechten van deelneming in Nederland.
3
Een instelling voor collectieve belegging in effecten heeft haar zetel in Nederland.
4
De werkzaamheden van een instelling voor collectieve belegging in effecten die een beleggingsmaatschappij is, zijn beperkt tot het beheer van haar vermogen.
5
Het is een instelling voor collectieve belegging in effecten verboden haar statuten of reglementen zodanig te wijzigen dat zij niet meer voldoet aan het eerste tot en met vierde lid.

Artikel 4 62
1
Een beheerder die in Nederland rechten van deelneming aanbiedt in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging met zetel in een andere lidstaat stelt in Nederland de gegevens en bescheiden met betrekking tot die instelling voor collectieve belegging in effecten die hij openbaar dient te maken overeenkomstig de regels, gesteld door de andere lidstaat, beschikbaar in de Nederlandse of een andere door de Autoriteit Financiële Markten goedgekeurde taal.
2
De beheerder, bedoeld in het eerste lid, draagt met inachtneming van de toepasselijke Nederlandse wettelijke bepalingen zorg voor de uitkeringen op, de inkoop van of terugbetaling op de rechten van deelneming in Nederland.
3
Een instelling voor collectieve belegging in effecten heeft haar zetel in Nederland.
4
De werkzaamheden van een instelling voor collectieve belegging in effecten die een beleggingsmaatschappij is, zijn beperkt tot het beheer van haar vermogen.

Artikel 4 62
Ten minste een maal per jaar voert een onafhankelijke deskundige een waardering uit van de activa van een beleggingsinstelling die geen financiële instrumenten zijn die zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt, een multilaterale handelsfaciliteit of een met een gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is.

Artikel 4 62
Indien van de in Nederland gevoerde of te voeren naam van een beheerder of een beleggingsinstelling gevaar voor verwarring of misleiding is te duchten, kan de Autoriteit Financiële Markten verlangen dat de beheerder onderscheidenlijk de beleggingsinstelling:
a
de naam wijzigt; of
b
een verklarende vermelding aan de naam toevoegt.

Artikel 4 62
1
Een beheerder die in Nederland rechten van deelneming aanbiedt in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging met zetel in een andere lidstaat stelt in Nederland de gegevens en bescheiden met betrekking tot die instelling voor collectieve belegging in effecten die hij openbaar dient te maken overeenkomstig de regels, gesteld door de andere lidstaat, beschikbaar in de Nederlandse of een andere door de Autoriteit Financiële Markten goedgekeurde taal.
2
De beheerder, bedoeld in het eerste lid, draagt met inachtneming van de toepasselijke Nederlandse wettelijke bepalingen zorg voor de uitkeringen op, de inkoop van of terugbetaling op de rechten van deelneming in Nederland.
3
Een instelling voor collectieve belegging in effecten heeft haar zetel in Nederland.
a
de vergunning van de beheerder van de beleggingsinstelling zodanig is gewijzigd dat die vergunning niet langer strekt tot het beheer van het beleggingsfonds of de beleggingsmaatschappij;
b
de beleggingsinstelling of haar beheerder:
1
binnen een termijn van twaalf maanden na de oprichting geen activiteiten heeft verricht;
2
uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat de beleggingsinstelling geen activiteiten zal verrichten;
3
haar onderscheidenlijk zijn activiteiten gedurende een termijn van meer dan zes maanden heeft gestaakt;
4
kennelijk heeft opgehouden beleggingsinstelling te zijn;
5
niet voldoet aan deze wet; of
6
niet of niet genoegzaam uitvoering heeft gegeven aan een aanwijzing als bedoeld in artikel 1:75.
4
De werkzaamheden van een instelling voor collectieve belegging in effecten die een beleggingsmaatschappij is, zijn beperkt tot het beheer van haar vermogen.

Artikel 4 62
Indien een beheerder de inkoop of terugbetaling van rechten van deelneming in een door hem beheerde beleggingsinstelling opschort, stelt hij de Autoriteit Financiële Markten en, indien het een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten betreft, de toezichthoudende instantie van elke lidstaat waar de rechten van deelneming in de belegginginstelling worden verhandeld, onverwijld daarvan op de hoogte.

Artikel 4 62
1
Een beheerder die in Nederland rechten van deelneming aanbiedt in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging met zetel in een andere lidstaat stelt in Nederland de gegevens en bescheiden met betrekking tot die instelling voor collectieve belegging in effecten die hij openbaar dient te maken overeenkomstig de regels, gesteld door de andere lidstaat, beschikbaar in de Nederlandse of een andere door de Autoriteit Financiële Markten goedgekeurde taal.
2
De beheerder, bedoeld in het eerste lid, draagt met inachtneming van de toepasselijke Nederlandse wettelijke bepalingen zorg voor de uitkeringen op, de inkoop van of terugbetaling op de rechten van deelneming in Nederland.

Artikel 4 62
Een bewaarder van een instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland heeft zijn zetel in een lidstaat en, indien hij zijn zetel niet in Nederland heeft, een in Nederland gelegen bijkantoor.

Artikel 4 62
Een instelling voor collectieve belegging in effecten die een beleggingsmaatschappij is, heeft een aparte beheerder tenzij de beleggingsmaatschappij een eigen vermogen heeft van ten minste € 300.000.

Artikel 4 62
1
Een beheerder die in Nederland rechten van deelneming aanbiedt in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging met zetel in een andere lidstaat stelt in Nederland de gegevens en bescheiden met betrekking tot die instelling voor collectieve belegging in effecten die hij openbaar dient te maken overeenkomstig de regels, gesteld door de andere lidstaat, beschikbaar in de Nederlandse of een andere door de Autoriteit Financiële Markten goedgekeurde taal.
2
De beheerder, bedoeld in het eerste lid, draagt met inachtneming van de toepasselijke Nederlandse wettelijke bepalingen zorg voor de uitkeringen op, de inkoop van of terugbetaling op de rechten van deelneming in Nederland.

Artikel 4 62
1
Een beheerder die in Nederland rechten van deelneming aanbiedt in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging met zetel in een andere lidstaat stelt in Nederland de gegevens en bescheiden met betrekking tot die instelling voor collectieve belegging in effecten die hij openbaar dient te maken overeenkomstig de regels, gesteld door de andere lidstaat, beschikbaar in de Nederlandse of een andere door de Autoriteit Financiële Markten goedgekeurde taal.
a
effecten;
b
instrumenten die gewoonlijk op de geldmarkt worden verhandeld;
c
rechten van deelneming in beleggingsinstellingen die op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald;
d
financiële futures of gelijkwaardige instrumenten die gericht zijn op verrekening in geld;
e
rentetermijncontracten;
f
renteswaps, valutaswaps of aandelenswaps;
g
opties ter verwerving of vervreemding van instrumenten als bedoeld in de onderdelen a tot en met f, met inbegrip van gelijkwaardige instrumenten die gericht zijn op verrekening in geld; of
h
tegoeden bij banken die onmiddellijk kunnen worden opgevraagd en waarvan de rentetermijn ten hoogste twaalf maanden bedraagt.
2
De beheerder, bedoeld in het eerste lid, draagt met inachtneming van de toepasselijke Nederlandse wettelijke bepalingen zorg voor de uitkeringen op, de inkoop van of terugbetaling op de rechten van deelneming in Nederland.
3
Een instelling voor collectieve belegging in effecten heeft haar zetel in Nederland.
4
De werkzaamheden van een instelling voor collectieve belegging in effecten die een beleggingsmaatschappij is, zijn beperkt tot het beheer van haar vermogen.
5
Het is een instelling voor collectieve belegging in effecten verboden haar statuten of reglementen zodanig te wijzigen dat zij niet meer voldoet aan het eerste tot en met vierde lid.
6
Een wijziging van de statuten of reglementen als bedoeld in het vijfde lid is nietig. Op verzoek van het openbaar ministerie benoemt de rechter een bewindvoerder met de macht om de gevolgen van de nietige handeling ongedaan te maken.
7
Bij het ongedaan maken van de gevolgen van de nietige handeling handelt de bewindvoerder mede in het belang van de deelnemers in de beleggingsinstelling.

Artikel 4 62
1
Een beheerder die in Nederland rechten van deelneming aanbiedt in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging met zetel in een andere lidstaat stelt in Nederland de gegevens en bescheiden met betrekking tot die instelling voor collectieve belegging in effecten die hij openbaar dient te maken overeenkomstig de regels, gesteld door de andere lidstaat, beschikbaar in de Nederlandse of een andere door de Autoriteit Financiële Markten goedgekeurde taal.
2
De beheerder, bedoeld in het eerste lid, draagt met inachtneming van de toepasselijke Nederlandse wettelijke bepalingen zorg voor de uitkeringen op, de inkoop van of terugbetaling op de rechten van deelneming in Nederland.

Artikel 4 62
1
Een beheerder die in Nederland rechten van deelneming aanbiedt in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging met zetel in een andere lidstaat stelt in Nederland de gegevens en bescheiden met betrekking tot die instelling voor collectieve belegging in effecten die hij openbaar dient te maken overeenkomstig de regels, gesteld door de andere lidstaat, beschikbaar in de Nederlandse of een andere door de Autoriteit Financiële Markten goedgekeurde taal.
2
De beheerder, bedoeld in het eerste lid, draagt met inachtneming van de toepasselijke Nederlandse wettelijke bepalingen zorg voor de uitkeringen op, de inkoop van of terugbetaling op de rechten van deelneming in Nederland.
4.3.1.5
. Verzekeringen

Artikel 4 71
1
Een schadeverzekeraar met zetel buiten Nederland die de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen uitoefent door middel van het verrichten van diensten naar Nederland:
2
De schade-afhandelaar beschikt over voldoende bevoegdheden om de schadeverzekeraar zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen.
3
Binnen twee weken na de aanvang van het verrichten van diensten in de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen legt de schadeverzekeraar aan de Autoriteit Financiële Markten de akte van aanstelling van de schade-afhandelaar over waaruit diens naam, adres en bevoegdheden blijken.
4
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot:

Artikel 4 71
De artikelen 4:65 tot en met 4:69 zijn niet van toepassing op:
a
rechtsbijstandverzekeraars met zetel in een andere lidstaat;
b
door een verzekeraar verleende rechtsbijstand voorzover deze betrekking heeft op risico?s die verband houden met het gebruik van zeeschepen; en
c
door een verzekeraar als bijkomend risico bij de branche Hulpverlening verleende rechtsbijstand in een andere staat dan die waar de verzekerde zijn woonplaats heeft, voorzover:
1
deze rechtsbijstand deel uitmaakt van een verzekering die alleen betrekking heeft op hulpverlening; en
2
in de overeenkomst afzonderlijk is verklaard dat de rechtsbijstanddekking is beperkt tot rechtsbijstand in een andere staat dan die waar de verzekerde zijn woonplaats heeft en slechts een aanvulling vormt op de hulpverlening.

Artikel 4 71
1
Een schadeverzekeraar met zetel buiten Nederland die de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen uitoefent door middel van het verrichten van diensten naar Nederland:
a
is aangesloten bij het bureau, bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;
b
komt zijn verplichtingen na jegens het Waarborgfonds Motorverkeer uit hoofde van de artikelen 24, eerste lid, en 24a, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;
c
komt zijn verplichtingen na tot kennisgeving uit hoofde van artikel 13, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen jegens het overheidsorgaan aldaar bedoeld;
2
De schade-afhandelaar beschikt over voldoende bevoegdheden om de schadeverzekeraar zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen.
a
vertrouwt de werkzaamheden met betrekking tot de rechtsbijstandschaderegeling toe aan een juridisch zelfstandig schaderegelingkantoor en vermeldt dit schaderegelingkantoor in de overeenkomst inzake de rechtsbijstanddekking; of
b
neemt in de overeenkomst inzake de rechtsbijstanddekking de bepaling op dat de verzekerde, zodra hij uit hoofde van de verzekering recht heeft op rechtsbijstand, de behartiging van zijn belangen mag toevertrouwen aan een advocaat of een andere rechtens bevoegde deskundige van zijn keuze.
3
Binnen twee weken na de aanvang van het verrichten van diensten in de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen legt de schadeverzekeraar aan de Autoriteit Financiële Markten de akte van aanstelling van de schade-afhandelaar over waaruit diens naam, adres en bevoegdheden blijken.

Artikel 4 71
Indien een overeenkomst van verzekering tevens risico?s van een andere branche dekt, draagt een rechtsbijstandverzekeraar er zorg voor dat de inhoud van de rechtsbijstanddekking wordt opgenomen in een afzonderlijke overeenkomst of in een afzonderlijk hoofdstuk van de overeenkomst.

Artikel 4 71
1
Een schadeverzekeraar met zetel buiten Nederland die de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen uitoefent door middel van het verrichten van diensten naar Nederland:
a
is aangesloten bij het bureau, bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;
b
komt zijn verplichtingen na jegens het Waarborgfonds Motorverkeer uit hoofde van de artikelen 24, eerste lid, en 24a, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;
2
De schade-afhandelaar beschikt over voldoende bevoegdheden om de schadeverzekeraar zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen.

Artikel 4 71
1
Een schadeverzekeraar met zetel buiten Nederland die de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen uitoefent door middel van het verrichten van diensten naar Nederland:
2
De schade-afhandelaar beschikt over voldoende bevoegdheden om de schadeverzekeraar zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen.

Artikel 4 71
1
Een schadeverzekeraar met zetel buiten Nederland die de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen uitoefent door middel van het verrichten van diensten naar Nederland:
2
De schade-afhandelaar beschikt over voldoende bevoegdheden om de schadeverzekeraar zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen.

Artikel 4 71
1
Een schadeverzekeraar met zetel buiten Nederland die de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen uitoefent door middel van het verrichten van diensten naar Nederland:
a
is aangesloten bij het bureau, bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;
b
komt zijn verplichtingen na jegens het Waarborgfonds Motorverkeer uit hoofde van de artikelen 24, eerste lid, en 24a, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;
c
komt zijn verplichtingen na tot kennisgeving uit hoofde van artikel 13, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen jegens het overheidsorgaan aldaar bedoeld;
d
zorgt ervoor dat zijn voorwaarden van verzekering voldoen aan de door de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen gestelde eisen; en
2
De schade-afhandelaar beschikt over voldoende bevoegdheden om de schadeverzekeraar zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen.
3
Binnen twee weken na de aanvang van het verrichten van diensten in de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen legt de schadeverzekeraar aan de Autoriteit Financiële Markten de akte van aanstelling van de schade-afhandelaar over waaruit diens naam, adres en bevoegdheden blijken.
4
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot:
5
Binnen twee weken na de aanvang van het verrichten van diensten in de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen legt de schadeverzekeraar aan de Autoriteit Financiële Markten een door hem ondertekende verklaring over dat zijn voorwaarden van verzekering voldoen aan de door de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen gestelde eisen.
6
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag ontheffing verlenen van het eerste lid aan een schadeverzekeraar die geen aansprakelijkheden dekt ten aanzien waarvan de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen van toepassing is en die de risico?s van de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen uitsluitend als bijkomende risico?s dekt.
a
een met redenen omkleed voorstel tot schadevergoeding indien de aansprakelijkheid niet wordt betwist en de omvang van de schade is vastgesteld; of
b
een met redenen omkleed antwoord op alle punten van het verzoek tot schadevergoeding indien de aansprakelijkheid wordt betwist of de omvang van de schade nog niet volledig is vastgesteld.
Artikel 119 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek is van toepassing.
7
De schadeverzekeraar, bedoeld in de aanhef van het eerste lid, legt binnen twee weken na de aanvang van de uitoefening van de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen aan de Autoriteit Financiële Markten een door hem ondertekende verklaring over dat zijn voorwaarden van verzekering voldoen aan de door de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen gestelde eisen.
8
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag ontheffing verlenen van het eerste of tweede lid aan een schadeverzekeraar die geen aansprakelijkheden dekt ten aanzien waarvan de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen van toepassing is en die de risico?s van de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen uitsluitend als bijkomende risico?s dekt.

Artikel 4 71
1
Een schadeverzekeraar met zetel buiten Nederland die de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen uitoefent door middel van het verrichten van diensten naar Nederland:
a
is aangesloten bij het bureau, bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;
b
komt zijn verplichtingen na jegens het Waarborgfonds Motorverkeer uit hoofde van de artikelen 24, eerste lid, en 24a, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;
c
komt zijn verplichtingen na tot kennisgeving uit hoofde van artikel 13, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen jegens het overheidsorgaan aldaar bedoeld;
d
zorgt ervoor dat zijn voorwaarden van verzekering voldoen aan de door de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen gestelde eisen; en
e
heeft een persoon als schade-afhandelaar aangesteld die zijn vestiging in Nederland heeft en die belast is met het namens hem afwikkelen van vorderingen van benadeelden als bedoeld in artikel 1 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.
2
De schade-afhandelaar beschikt over voldoende bevoegdheden om de schadeverzekeraar zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen.
3
Binnen twee weken na de aanvang van het verrichten van diensten in de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen legt de schadeverzekeraar aan de Autoriteit Financiële Markten de akte van aanstelling van de schade-afhandelaar over waaruit diens naam, adres en bevoegdheden blijken.
4
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot:
a
de omstandigheden waaronder de schade-afhandelaar ophoudt schade-afhandelaar te zijn; en
b
de opvolging van de schade-afhandelaar.
5
Binnen twee weken na de aanvang van het verrichten van diensten in de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen legt de schadeverzekeraar aan de Autoriteit Financiële Markten een door hem ondertekende verklaring over dat zijn voorwaarden van verzekering voldoen aan de door de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen gestelde eisen.
6
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag ontheffing verlenen van het eerste lid aan een schadeverzekeraar die geen aansprakelijkheden dekt ten aanzien waarvan de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen van toepassing is en die de risico?s van de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen uitsluitend als bijkomende risico?s dekt.
7
In geval van communautaire co-assurantie is dit artikel slechts van toepassing op de schadeverzekeraar die als eerste schadeverzekeraar optreedt.
Afdeling 4.3.2. Adviseren

Artikel 4 72
1
Een adviseur die het aanbevolen financiële product niet tevens aanbiedt of met betrekking tot het aanbevolen financiële product niet tevens een beleggingsdienst verleent, bemiddelt, optreedt als gevolmachtigde agent of optreedt als ondergevolmachtigde agent, informeert de consument of, indien het een verzekering betreft, de cliënt uiterlijk tegelijk met zijn advies over de volgende onderwerpen:
a
dat hij:
1
adviseert op grond van een objectieve analyse;
2
een contractuele verplichting heeft uitsluitend voor een of meer aanbieders te adviseren, in welk geval hij de consument onderscheidenlijk de cliënt desgevraagd tevens de namen van deze aanbieders meedeelt; of
3
geen contractuele verplichting heeft uitsluitend voor een of meer aanbieders te adviseren en hij niet adviseert op grond van een objectieve analyse, in welk geval hij de consument onderscheidenlijk de cliënt desgevraagd tevens de namen meedeelt van de aanbieders waarvoor hij adviseert of kan adviseren;
b
op welke wijze hij wordt beloond;
c
of hij een gekwalificeerde deelneming in een bepaalde aanbieder houdt;
d
of een bepaalde aanbieder of een bepaalde moedermaatschappij van een aanbieder een gekwalificeerde deelneming in hem houdt; en
e
bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere onderwerpen.
2
Een objectieve analyse als bedoeld in het eerste lid is een analyse van een toereikend aantal op de markt verkrijgbare vergelijkbare financiële producten die de adviseur in staat stelt een financieel product aan te bevelen dat aan de behoeften van de consument of, indien het een verzekering betreft, de cliënt voldoet.
3
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot:
a
de vorm en de wijze van verstrekking van de in het eerste lid bedoelde informatie;
b
de objectieve analyse; en
c
de beloning of de vergoeding voor het adviseren over financiële producten, in welke vorm ook, en de wijze van uitbetaling daarvan.
4
Artikel 4:19, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op de op grond van het eerste lid verstrekte informatie.
5
Het eerste tot en met vierde lid zijn niet van toepassing op adviseurs in verzekeringen van grote risico?s.
6
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het derde lid bepaalde, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.
Afdeling 4.3.3. Bemiddelen
4.3.3.1
. Algemeen

Artikel 4 73
1
Een bemiddelaar informeert voorafgaande aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een financieel product de consument of, indien het een verzekering betreft, de cliënt over de volgende onderwerpen:
a
dat hij:
1
adviseert op grond van een objectieve analyse;
2
een contractuele verplichting heeft uitsluitend voor een of meer aanbieders te bemiddelen, in welk geval hij de consument onderscheidenlijk de cliënt desgevraagd tevens de namen van deze aanbieders mededeelt; of
3
geen contractuele verplichting heeft uitsluitend voor een of meer aanbieders te bemiddelen en hij niet adviseert op grond van een objectieve analyse, in welk geval hij de consument onderscheidenlijk de cliënt desgevraagd tevens de namen mededeelt van de aanbieders waarvoor hij bemiddelt of kan bemiddelen;
b
op welke wijze hij wordt beloond;
c
of hij een gekwalificeerde deelneming in een bepaalde aanbieder houdt;
d
of een bepaalde aanbieder of een moedermaatschappij van een bepaalde aanbieder een gekwalificeerde deelneming in hem houdt; en
e
bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere onderwerpen.
2
Een objectieve analyse als bedoeld in het eerste lid is een analyse van een toereikend aantal op de markt verkrijgbare vergelijkbare financiële producten die de bemiddelaar in staat stelt een financieel product aan te bevelen dat aan de behoeften van de consument of, indien het een verzekering betreft, de cliënt voldoet.
3
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot:
a
de vorm en wijze van verstrekking van de in het eerste lid bedoelde informatie;
b
de objectieve analyse; en
c
de beloning of de vergoeding voor het bemiddelen in financiële producten, in welke vorm ook, en de wijze van uitbetaling daarvan.
4
Artikel 4:19, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op de op grond van het eerste lid verstrekte informatie.
5
Het eerste tot en met vierde lid zijn niet van toepassing op bemiddelaars in verzekeringen van grote risico?s.
6
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het derde lid bepaalde, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.
4.3.3.2
. Krediet

Artikel 4 74
1
Het is een bemiddelaar in krediet of een onderbemiddelaar in krediet verboden ter zake van het krediet een beloning of vergoeding, in welke vorm dan ook, te bedingen of te aanvaarden van dan wel in rekening te brengen aan een ander dan de aanbieder van het krediet onderscheidenlijk de bemiddelaar in krediet voor wie de onderbemiddelaar bemiddelt.
2
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen, teneinde een zorgvuldige bemiddeling in krediet te bevorderen, regels worden gesteld met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde beloning of vergoeding en de wijze van uitbetaling daarvan.
3
Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels kan worden afgeweken van het eerste lid.
4
Rechtshandelingen verricht in strijd met het eerste lid zijn vernietigbaar.
4.3.3.3
. Verzekeringen

Artikel 4 75
1
Een bemiddelaar in verzekeringen beschikt over een beroepsaansprakelijkheidsverzekering of een daarmee vergelijkbare voorziening.
2
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de beroepsaansprakelijkheidsverzekering en de daarmee vergelijkbare voorziening.
3
Bij ministeriële regeling wordt de hoogte vastgesteld van de dekking van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering en de daarmee vergelijkbare voorziening.
4
Het eerste tot en met derde lid zijn niet van toepassing op:
a
bemiddelaars in verzekeringen die een door de Nederlandsche Bank verleende vergunning voor het uitoefenen van het bedrijf van bank hebben;
b
bemiddelaars in verzekeringen die een door de Nederlandsche Bank verleende vergunning voor het uitoefenen van het bedrijf van verzekeraar hebben;
c
bemiddelaars in verzekeringen als bedoeld in artikel 2:81, tweede lid, voorzover de verzekeraars voor wie zij bemiddelen een door de Nederlandsche Bank verleende vergunning voor het uitoefenen van het bedrijf van verzekeraar hebben; en
d
bemiddelaars in verzekeringen met zetel in een andere lidstaat.
5
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het tweede lid bepaalde, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.
Afdeling 4.3.4. Herverzekeringsbemiddelen

Artikel 4 76
1
Een herverzekeringsbemiddelaar beschikt over een beroepsaansprakelijkheidsverzekering of een daarmee vergelijkbare voorziening.
2
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de beroepsaansprakelijkheidsverzekering en de daarmee vergelijkbare voorziening.
3
Bij ministeriële regeling wordt de hoogte vastgesteld van de dekking van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering en de daarmee vergelijkbare voorziening.
4
Het eerste tot en met derde lid zijn niet van toepassing op:
a
herverzekeringsbemiddelaars die een door de Nederlandsche Bank verleende vergunning voor het uitoefenen van het bedrijf van bank hebben;
b
herverzekeringsbemiddelaars die een door de Nederlandsche Bank verleende vergunning voor het uitoefenen van het bedrijf van verzekeraar hebben; en
c
herverzekeringsbemiddelaars met zetel in een andere lidstaat.
5
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het tweede lid bepaalde, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.
Afdeling 4.3.5. Optreden als clearinginstelling

Artikel 4 78
1
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de informatieverstrekking door een clearinginstelling aan de cliënt gedurende de looptijd van een overeenkomst.
2
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot informatieverstrekking door een clearinginstelling aan de Autoriteit Financiële Markten ten behoeve van het toezicht op de naleving van dit deel.
3
Een clearinginstelling zorgt ervoor dat haar cliënten op billijke wijze worden behandeld in het geval dat een belangenconflict onvermijdelijk blijkt te zijn.
4
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het eerste en tweede lid.
5
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het eerste of tweede lid bepaalde, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dat lid beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.

Artikel 4 78
1
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de informatieverstrekking door een clearinginstelling aan de cliënt gedurende de looptijd van een overeenkomst.
2
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot informatieverstrekking door een clearinginstelling aan de Autoriteit Financiële Markten ten behoeve van het toezicht op de naleving van dit deel.
Afdeling 4.3.6. Optreden als gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent

Artikel 4 81
1
Het bepaalde in artikel 4:80 met betrekking tot een gevolmachtigde agent is van overeenkomstige toepassing op een ondergevolmachtigde agent.
2
Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder de verzekeraar, bedoeld in artikel 4:80, mede verstaan de gevolmachtigde agent in zijn hoedanigheid van verlener van ondervolmachten.
3
De artikelen 1:104, derde lid, en 4:4, tweede lid, zijn niet van toepassing op de gevolmachtigde agent, indien de verzekeraar in geval van beëindiging van de volmacht gebruik maakt van het in het tweede lid bedoelde recht om op een andere wijze dan door belasting van de gevolmachtigde agent te voorzien in het beheer en de afwikkeling van de door de gevolmachtigde agent gevormde verzekeringsportefeuille.
4
Beperkingen van de volmacht of de ondervolmacht kunnen niet aan derden worden tegengeworpen.

Artikel 4 81
1
Het bepaalde in artikel 4:80 met betrekking tot een gevolmachtigde agent is van overeenkomstige toepassing op een ondergevolmachtigde agent.
2
Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder de verzekeraar, bedoeld in artikel 4:80, mede verstaan de gevolmachtigde agent in zijn hoedanigheid van verlener van ondervolmachten.
3
De artikelen 1:104, derde lid, en 4:4, tweede lid, zijn niet van toepassing op de gevolmachtigde agent, indien de verzekeraar in geval van beëindiging van de volmacht gebruik maakt van het in het tweede lid bedoelde recht om op een andere wijze dan door belasting van de gevolmachtigde agent te voorzien in het beheer en de afwikkeling van de door de gevolmachtigde agent gevormde verzekeringsportefeuille.

Artikel 4 81
1
Het bepaalde in artikel 4:80 met betrekking tot een gevolmachtigde agent is van overeenkomstige toepassing op een ondergevolmachtigde agent.
2
Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder de verzekeraar, bedoeld in artikel 4:80, mede verstaan de gevolmachtigde agent in zijn hoedanigheid van verlener van ondervolmachten.
Afdeling 4.3.7. Verlenen van beleggingsdiensten, verrichten van beleggingsactiviteiten en systematische interne afhandeling
4.3.7.1
. Algemeen

Artikel 4 91
1
Een beleggingsonderneming bewaart alle relevante gegevens over de door haar verrichte transacties in financiële instrumenten gedurende ten minste vijf jaar.

Artikel 4 91
1
Een beleggingsonderneming bewaart alle relevante gegevens over de door haar verrichte transacties in financiële instrumenten gedurende ten minste vijf jaar.
2
Voor zover zij transacties voor rekening van cliënten betreft, omvat de te bewaren informatie in ieder geval gegevens over de identiteit van de cliënt en gegevens die moeten worden verstrekt op grond van Richtlijn nr. 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PbEU L 309).
3
Een beleggingsonderneming die transacties in tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten financiële instrumenten heeft verricht, meldt de gegevens over deze transacties zo spoedig mogelijk, uiterlijk aan het einde van de volgende werkdag, aan de Autoriteit Financiële Markten.

Artikel 4 91
1
Een beleggingsonderneming bewaart alle relevante gegevens over de door haar verrichte transacties in financiële instrumenten gedurende ten minste vijf jaar.
2
Voor zover zij transacties voor rekening van cliënten betreft, omvat de te bewaren informatie in ieder geval gegevens over de identiteit van de cliënt en gegevens die moeten worden verstrekt op grond van Richtlijn nr. 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PbEU L 309).

Artikel 4 91
1
Een beleggingsonderneming bewaart alle relevante gegevens over de door haar verrichte transacties in financiële instrumenten gedurende ten minste vijf jaar.
2
Voor zover zij transacties voor rekening van cliënten betreft, omvat de te bewaren informatie in ieder geval gegevens over de identiteit van de cliënt en gegevens die moeten worden verstrekt op grond van Richtlijn nr. 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PbEU L 309).
3
Een beleggingsonderneming die transacties in tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten financiële instrumenten heeft verricht, meldt de gegevens over deze transacties zo spoedig mogelijk, uiterlijk aan het einde van de volgende werkdag, aan de Autoriteit Financiële Markten.
4
Meldingen als bedoeld in het derde lid bevatten bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gegevens.
5
Meldingen als bedoeld in het derde lid kunnen worden verricht door een namens de beleggingsonderneming optredende derde, een door de Autoriteit Financiële Markten aanvaard systeem voor matching of melding van orders, de gereglementeerde markt of de multilaterale handelsfaciliteit waarvan de systemen werden gebruikt om de transactie uit te voeren. In dat geval wordt de beleggingsonderneming geacht te hebben voldaan aan het derde lid.
6
De Autoriteit Financiële Markten besluit op aanvraag tot aanvaarding van een systeem voor matching of melding van orders, indien de aanvrager aantoont dat de regelingen voor het melden van transacties waarin dat systeem voorziet voldoen aan artikel 12, eerste lid, van de uitvoeringsverordening richtlijn markten voor financiële instrumenten. Een besluit tot aanvaarding kan door de Autoriteit Financiële Markten worden ingetrokken.

Artikel 4 91
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot informatieverstrekking door een beleggingsonderneming aan de Autoriteit Financiële Markten ten behoeve van het toezicht op de naleving van dit deel.

Artikel 4 91
1
Een beleggingsonderneming bewaart alle relevante gegevens over de door haar verrichte transacties in financiële instrumenten gedurende ten minste vijf jaar.
a
bij derden plaatsen van orders met betrekking tot financiële instrumenten ter uitvoering van beslissingen in verband met het beheren van een individueel vermogen;
b
ter uitvoering doorgeven van orders van cliënten met betrekking tot financiële instrumenten aan derden.
2
Voor zover zij transacties voor rekening van cliënten betreft, omvat de te bewaren informatie in ieder geval gegevens over de identiteit van de cliënt en gegevens die moeten worden verstrekt op grond van Richtlijn nr. 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PbEU L 309).
a
de kenmerken van de cliënt, waaronder diens kwalificatie overeenkomstig artikel 4:18a;
b
de kenmerken van de order;
3
Een beleggingsonderneming die transacties in tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten financiële instrumenten heeft verricht, meldt de gegevens over deze transacties zo spoedig mogelijk, uiterlijk aan het einde van de volgende werkdag, aan de Autoriteit Financiële Markten.
a
de maatregelen ter bescherming van de rechten van de cliënt en ter voorkoming van het gebruik van financiële instrumenten of gelden van de cliënt; en
b
de wijze waarop instemming kan worden verkregen van de cliënt voor het gebruik van diens financiële instrumenten voor eigen rekening door de beleggingsonderneming.
4
Meldingen als bedoeld in het derde lid bevatten bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gegevens.

Artikel 4 91
1
Een beleggingsonderneming bewaart alle relevante gegevens over de door haar verrichte transacties in financiële instrumenten gedurende ten minste vijf jaar.
2
Voor zover zij transacties voor rekening van cliënten betreft, omvat de te bewaren informatie in ieder geval gegevens over de identiteit van de cliënt en gegevens die moeten worden verstrekt op grond van Richtlijn nr. 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PbEU L 309).
3
Een beleggingsonderneming die transacties in tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten financiële instrumenten heeft verricht, meldt de gegevens over deze transacties zo spoedig mogelijk, uiterlijk aan het einde van de volgende werkdag, aan de Autoriteit Financiële Markten.
4
Meldingen als bedoeld in het derde lid bevatten bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gegevens.
5
Meldingen als bedoeld in het derde lid kunnen worden verricht door een namens de beleggingsonderneming optredende derde, een door de Autoriteit Financiële Markten aanvaard systeem voor matching of melding van orders, de gereglementeerde markt of de multilaterale handelsfaciliteit waarvan de systemen werden gebruikt om de transactie uit te voeren. In dat geval wordt de beleggingsonderneming geacht te hebben voldaan aan het derde lid.

Artikel 4 91
1
Een beleggingsonderneming bewaart alle relevante gegevens over de door haar verrichte transacties in financiële instrumenten gedurende ten minste vijf jaar.
2
Voor zover zij transacties voor rekening van cliënten betreft, omvat de te bewaren informatie in ieder geval gegevens over de identiteit van de cliënt en gegevens die moeten worden verstrekt op grond van Richtlijn nr. 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PbEU L 309).
3
Een beleggingsonderneming die transacties in tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten financiële instrumenten heeft verricht, meldt de gegevens over deze transacties zo spoedig mogelijk, uiterlijk aan het einde van de volgende werkdag, aan de Autoriteit Financiële Markten.
4
Meldingen als bedoeld in het derde lid bevatten bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gegevens.
5
Meldingen als bedoeld in het derde lid kunnen worden verricht door een namens de beleggingsonderneming optredende derde, een door de Autoriteit Financiële Markten aanvaard systeem voor matching of melding van orders, de gereglementeerde markt of de multilaterale handelsfaciliteit waarvan de systemen werden gebruikt om de transactie uit te voeren. In dat geval wordt de beleggingsonderneming geacht te hebben voldaan aan het derde lid.

Artikel 4 91
1
Een beleggingsonderneming bewaart alle relevante gegevens over de door haar verrichte transacties in financiële instrumenten gedurende ten minste vijf jaar.
a
bij derden plaatsen van orders met betrekking tot financiële instrumenten ter uitvoering van beslissingen in verband met het beheren van een individueel vermogen;
b
ter uitvoering doorgeven van orders van cliënten met betrekking tot financiële instrumenten aan derden.
c
op welke wijze hij wordt beloond; en
d
bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere onderwerpen.
2
Voor zover zij transacties voor rekening van cliënten betreft, omvat de te bewaren informatie in ieder geval gegevens over de identiteit van de cliënt en gegevens die moeten worden verstrekt op grond van Richtlijn nr. 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PbEU L 309).
a
de kenmerken van de cliënt, waaronder diens kwalificatie overeenkomstig artikel 4:18a;
b
de kenmerken van de order;
3
Een beleggingsonderneming die transacties in tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten financiële instrumenten heeft verricht, meldt de gegevens over deze transacties zo spoedig mogelijk, uiterlijk aan het einde van de volgende werkdag, aan de Autoriteit Financiële Markten.
4
Meldingen als bedoeld in het derde lid bevatten bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gegevens.

Artikel 4 91
1
Een beleggingsonderneming bewaart alle relevante gegevens over de door haar verrichte transacties in financiële instrumenten gedurende ten minste vijf jaar.
2
Voor zover zij transacties voor rekening van cliënten betreft, omvat de te bewaren informatie in ieder geval gegevens over de identiteit van de cliënt en gegevens die moeten worden verstrekt op grond van Richtlijn nr. 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PbEU L 309).

Artikel 4 91
1
Een beleggingsonderneming bewaart alle relevante gegevens over de door haar verrichte transacties in financiële instrumenten gedurende ten minste vijf jaar.
2
Voor zover zij transacties voor rekening van cliënten betreft, omvat de te bewaren informatie in ieder geval gegevens over de identiteit van de cliënt en gegevens die moeten worden verstrekt op grond van Richtlijn nr. 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PbEU L 309).
a
de kenmerken van de cliënt, waaronder diens kwalificatie overeenkomstig artikel 4:18a;
b
de kenmerken van de order;
c
de kenmerken van de financiële instrumenten waarop de order betrekking heeft;
d
de kenmerken van de plaatsen van uitvoering waar de order kan worden uitgevoerd.
3
Een beleggingsonderneming die transacties in tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten financiële instrumenten heeft verricht, meldt de gegevens over deze transacties zo spoedig mogelijk, uiterlijk aan het einde van de volgende werkdag, aan de Autoriteit Financiële Markten.
4
Meldingen als bedoeld in het derde lid bevatten bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gegevens.
5
Meldingen als bedoeld in het derde lid kunnen worden verricht door een namens de beleggingsonderneming optredende derde, een door de Autoriteit Financiële Markten aanvaard systeem voor matching of melding van orders, de gereglementeerde markt of de multilaterale handelsfaciliteit waarvan de systemen werden gebruikt om de transactie uit te voeren. In dat geval wordt de beleggingsonderneming geacht te hebben voldaan aan het derde lid.

Artikel 4 91
1
Een beleggingsonderneming bewaart alle relevante gegevens over de door haar verrichte transacties in financiële instrumenten gedurende ten minste vijf jaar.
2
Voor zover zij transacties voor rekening van cliënten betreft, omvat de te bewaren informatie in ieder geval gegevens over de identiteit van de cliënt en gegevens die moeten worden verstrekt op grond van Richtlijn nr. 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PbEU L 309).
3
Een beleggingsonderneming die transacties in tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten financiële instrumenten heeft verricht, meldt de gegevens over deze transacties zo spoedig mogelijk, uiterlijk aan het einde van de volgende werkdag, aan de Autoriteit Financiële Markten.
4
Meldingen als bedoeld in het derde lid bevatten bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gegevens.
5
Meldingen als bedoeld in het derde lid kunnen worden verricht door een namens de beleggingsonderneming optredende derde, een door de Autoriteit Financiële Markten aanvaard systeem voor matching of melding van orders, de gereglementeerde markt of de multilaterale handelsfaciliteit waarvan de systemen werden gebruikt om de transactie uit te voeren. In dat geval wordt de beleggingsonderneming geacht te hebben voldaan aan het derde lid.
6
De Autoriteit Financiële Markten besluit op aanvraag tot aanvaarding van een systeem voor matching of melding van orders, indien de aanvrager aantoont dat de regelingen voor het melden van transacties waarin dat systeem voorziet voldoen aan artikel 12, eerste lid, van de uitvoeringsverordening richtlijn markten voor financiële instrumenten. Een besluit tot aanvaarding kan door de Autoriteit Financiële Markten worden ingetrokken.
7
De Autoriteit Financiële Markten zendt de door haar verkregen gegevens toe aan:
8
Bij algemene maatregel van bestuur kan het derde lid van overeenkomstige toepassing worden verklaard op financiële instrumenten die niet tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten.
9
Op verzoek van een cliënt toont een beleggingsonderneming aan deze cliënt aan dat zij voor hem een order heeft uitgevoerd in overeenstemming met het orderuitvoeringsbeleid, tenzij de order of een specifiek aspect van de order is uitgevoerd volgens een specifieke instructie van de cliënt.
10
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de informatieverstrekking aan niet-professionele beleggers over het orderuitvoeringsbeleid, bedoeld in het derde lid, eerste volzin.

Artikel 4 91
1
Een beleggingsonderneming bewaart alle relevante gegevens over de door haar verrichte transacties in financiële instrumenten gedurende ten minste vijf jaar.
a
bij derden plaatsen van orders met betrekking tot financiële instrumenten ter uitvoering van beslissingen in verband met het beheren van een individueel vermogen;
b
ter uitvoering doorgeven van orders van cliënten met betrekking tot financiële instrumenten aan derden.
In geval van een specifieke instructie van de cliënt voor een order of een specifiek aspect van een order plaatst de beleggingsonderneming de order of geeft zij deze door overeenkomstig die specifieke instructie.
2
De beleggingsonderneming stelt een beleid vast dat haar in staat stelt te voldoen aan het eerste lid en past dit beleid toe. In het beleid worden voor alle categorieën van financiële instrumenten de derden genoemd bij wie de orders worden geplaatst of aan wie de beleggingsonderneming orders ter uitvoering doorgeeft. De genoemde derden moeten beschikken over orderuitvoeringsregelingen die de beleggingsonderneming in staat stellen aan haar verplichtingen uit hoofde van dit artikel te voldoen wanneer zij orders ter uitvoering plaatst bij of doorgeeft aan deze derden.
3
De beleggingsonderneming verstrekt haar cliënten voldoende informatie over het overeenkomstig het tweede lid vastgestelde beleid.
4
De beleggingsonderneming evalueert het overeenkomstig het tweede lid vastgestelde beleid jaarlijks, gaat daarbij met name de kwaliteit van uitvoering van orders van cliënten door de in dit beleid genoemde derden na en corrigeert eventuele tekortkomingen in het beleid. Een dergelijke evaluatie wordt ook telkens verricht wanneer zich een wezenlijke verandering voordoet in de mogelijkheden van de beleggingsonderneming om steeds het best mogelijke resultaat voor haar cliënten te behalen.

Artikel 4 91
1
Een beleggingsonderneming bewaart alle relevante gegevens over de door haar verrichte transacties in financiële instrumenten gedurende ten minste vijf jaar.
2
Voor zover zij transacties voor rekening van cliënten betreft, omvat de te bewaren informatie in ieder geval gegevens over de identiteit van de cliënt en gegevens die moeten worden verstrekt op grond van Richtlijn nr. 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PbEU L 309).
3
Een beleggingsonderneming die transacties in tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten financiële instrumenten heeft verricht, meldt de gegevens over deze transacties zo spoedig mogelijk, uiterlijk aan het einde van de volgende werkdag, aan de Autoriteit Financiële Markten.
4
Meldingen als bedoeld in het derde lid bevatten bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gegevens.

Artikel 4 91
1
Een beleggingsonderneming bewaart alle relevante gegevens over de door haar verrichte transacties in financiële instrumenten gedurende ten minste vijf jaar.
2
Voor zover zij transacties voor rekening van cliënten betreft, omvat de te bewaren informatie in ieder geval gegevens over de identiteit van de cliënt en gegevens die moeten worden verstrekt op grond van Richtlijn nr. 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PbEU L 309).
3
Een beleggingsonderneming die transacties in tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten financiële instrumenten heeft verricht, meldt de gegevens over deze transacties zo spoedig mogelijk, uiterlijk aan het einde van de volgende werkdag, aan de Autoriteit Financiële Markten.
4
Meldingen als bedoeld in het derde lid bevatten bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gegevens.
5
Meldingen als bedoeld in het derde lid kunnen worden verricht door een namens de beleggingsonderneming optredende derde, een door de Autoriteit Financiële Markten aanvaard systeem voor matching of melding van orders, de gereglementeerde markt of de multilaterale handelsfaciliteit waarvan de systemen werden gebruikt om de transactie uit te voeren. In dat geval wordt de beleggingsonderneming geacht te hebben voldaan aan het derde lid.
6
De Autoriteit Financiële Markten besluit op aanvraag tot aanvaarding van een systeem voor matching of melding van orders, indien de aanvrager aantoont dat de regelingen voor het melden van transacties waarin dat systeem voorziet voldoen aan artikel 12, eerste lid, van de uitvoeringsverordening richtlijn markten voor financiële instrumenten. Een besluit tot aanvaarding kan door de Autoriteit Financiële Markten worden ingetrokken.
7
De Autoriteit Financiële Markten zendt de door haar verkregen gegevens toe aan:
a
de toezichthoudende instantie van de in termen van liquiditeit voor deze financiële instrumenten meest relevante markt; en
b
de toezichthoudende instantie van de lidstaat van herkomst van de beleggingsonderneming indien deze haar zetel in een andere lidstaat heeft, tenzij die toezichthoudende instantie heeft aangegeven dat zij deze informatie niet wenst te ontvangen.
8
Bij algemene maatregel van bestuur kan het derde lid van overeenkomstige toepassing worden verklaard op financiële instrumenten die niet tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten.

Artikel 4 91
Indien een beleggingsonderneming die lid is van of deelneemt aan een gereglementeerde markt waarvoor een vergunning als bedoeld in artikel 5:26, eerste lid, is verleend, ingevolge de op grond van artikel 5:27, eerste lid, te hanteren regels verplicht is ter medewerking aan de controle op de naleving van die regels persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens te verstrekken, behoeft de beleggingsonderneming voor deze verstrekking niet de toestemming van degene op wie de persoonsgegevens betrekking hebben.
4.3.7.2
. Exploiteren van een multilaterale handelsfaciliteit

Artikel 4 91e
1
Een beleggingsonderneming die een multilaterale handelsfaciliteit exploiteert, maakt de prijs, de omvang en het tijdstip van de via de systemen van deze handelsfaciliteit uitgevoerde transacties in aandelen die tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten openbaar.
2
De beleggingsonderneming maakt de informatie, bedoeld in het eerste lid, openbaar tegen redelijke commerciële voorwaarden en binnen een tijdsspanne die real time zo dicht mogelijk benadert.
3
Het tweede lid is niet van toepassing ten aanzien van informatie over transacties op een multilaterale handelsfaciliteit die volgens de systemen van een gereglementeerde markt openbaar worden gemaakt.
4
De Autoriteit Financiële Markten kan, op aanvraag, de beleggingsonderneming toestaan de in het eerste lid bedoelde openbaarmaking uit te stellen op basis van de soort of de omvang van de transactie, indien:
5
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het eerste tot en met het vierde lid van overeenkomstige toepassing zijn ten aanzien van andere financiële instrumenten dan aandelen.
6
Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van rechten van deelneming in een beleggingsinstelling die op verzoek van de houder ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald.
7
De beleggingsonderneming treft de nodige voorzieningen om een efficiënte afwikkeling van de volgens de systemen van de multilaterale handelsfaciliteit uitgevoerde transacties te bevorderen.
8
Indien een effect dat tot de handel op een gereglementeerde markt is toegelaten zonder instemming van de uitgevende instelling op een multilaterale handelsfaciliteit wordt verhandeld, is deze uitgevende instelling niet onderworpen aan enigerlei verplichting op het gebied van te verstrekken informatie met betrekking tot deze multilaterale handelsfaciliteit.
9
De beleggingsonderneming geeft onmiddellijk gevolg aan een aanwijzing die de Autoriteit Financiële Markten op grond van artikel 4:4b geeft om de handel in bepaalde financiële instrumenten op te schorten, te onderbreken of door te halen of een financieel instrument van de handel uit te sluiten.

Artikel 4 91e
1
Een beleggingsonderneming die een multilaterale handelsfaciliteit exploiteert, maakt de prijs, de omvang en het tijdstip van de via de systemen van deze handelsfaciliteit uitgevoerde transacties in aandelen die tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten openbaar.
2
De beleggingsonderneming maakt de informatie, bedoeld in het eerste lid, openbaar tegen redelijke commerciële voorwaarden en binnen een tijdsspanne die real time zo dicht mogelijk benadert.
3
Het tweede lid is niet van toepassing ten aanzien van informatie over transacties op een multilaterale handelsfaciliteit die volgens de systemen van een gereglementeerde markt openbaar worden gemaakt.
4
De Autoriteit Financiële Markten kan, op aanvraag, de beleggingsonderneming toestaan de in het eerste lid bedoelde openbaarmaking uit te stellen op basis van de soort of de omvang van de transactie, indien:

Artikel 4 91e
1
Een beleggingsonderneming die een multilaterale handelsfaciliteit exploiteert, maakt de prijs, de omvang en het tijdstip van de via de systemen van deze handelsfaciliteit uitgevoerde transacties in aandelen die tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten openbaar.
2
De beleggingsonderneming maakt de informatie, bedoeld in het eerste lid, openbaar tegen redelijke commerciële voorwaarden en binnen een tijdsspanne die real time zo dicht mogelijk benadert.
3
Het tweede lid is niet van toepassing ten aanzien van informatie over transacties op een multilaterale handelsfaciliteit die volgens de systemen van een gereglementeerde markt openbaar worden gemaakt.
4
De Autoriteit Financiële Markten kan, op aanvraag, de beleggingsonderneming toestaan de in het eerste lid bedoelde openbaarmaking uit te stellen op basis van de soort of de omvang van de transactie, indien:
5
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het eerste tot en met het vierde lid van overeenkomstige toepassing zijn ten aanzien van andere financiële instrumenten dan aandelen.

Artikel 4 91e
1
Een beleggingsonderneming die een multilaterale handelsfaciliteit exploiteert, maakt de prijs, de omvang en het tijdstip van de via de systemen van deze handelsfaciliteit uitgevoerde transacties in aandelen die tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten openbaar.
2
De beleggingsonderneming maakt de informatie, bedoeld in het eerste lid, openbaar tegen redelijke commerciële voorwaarden en binnen een tijdsspanne die real time zo dicht mogelijk benadert.
3
Het tweede lid is niet van toepassing ten aanzien van informatie over transacties op een multilaterale handelsfaciliteit die volgens de systemen van een gereglementeerde markt openbaar worden gemaakt.
4
De Autoriteit Financiële Markten kan, op aanvraag, de beleggingsonderneming toestaan de in het eerste lid bedoelde openbaarmaking uit te stellen op basis van de soort of de omvang van de transactie, indien:
a
zij heeft ingestemd met de voorgenomen voorzieningen voor de uitgestelde openbaarmaking; en
b
de beleggingsonderneming duidelijke informatie over deze voorzieningen verstrekt aan de marktdeelnemers en het beleggerspubliek.
5
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het eerste tot en met het vierde lid van overeenkomstige toepassing zijn ten aanzien van andere financiële instrumenten dan aandelen.
6
Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van rechten van deelneming in een beleggingsinstelling die op verzoek van de houder ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald.

Artikel 4 91e
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van deze paragraaf indien de aanvrager aantoont dat de belangen die dit deel beoogt te beschermen anderszins voldoende worden beschermd.
4.3.7.3
. Systematische interne afhandeling

Artikel 4 91k
Deze paragraaf is niet van toepassing op beleggingsondernemingen die het bedrijf van beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling uitsluitend uitoefenen met betrekking tot transacties met een omvang boven de standaard marktomvang.

Artikel 4 91k
1
Een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling verleent beleggers op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria toegang tot haar systeem van interne afhandeling.
2
Een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling kan slechts op grond van commerciële overwegingen weigeren om met een belegger die voldoet aan de criteria, bedoeld in het eerste lid, zakelijke betrekkingen aan te gaan of deze betrekkingen verbreken.
3
In afwijking van het tweede lid, eerste volzin, kan een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling een order die zij van een professionele cliënt ontvangt, uitvoeren tegen een andere dan de door haar vastgestelde prijzen, indien het een transactie betreft met betrekking tot verscheidene effecten of indien het een order betreft waaraan bijzondere voorwaarden verbonden zijn.
4
Indien een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling die slechts één vastgestelde prijs openbaar heeft gemaakt of die prijzen heeft vastgesteld en openbaar heeft gemaakt waarvan de hoogste geldt voor een transactieomvang die lager is dan de standaard marktomvang, van een cliënt een order ontvangt met een omvang die groter is dan de bij de vastgestelde prijs behorende omvang, maar kleiner dan de standaard marktomvang, kan zij, onverminderd het tweede lid, tweede volzin, en het derde lid, het gedeelte van de order dat de bij de vastgestelde prijs behorende omvang te boven gaat uitvoeren tegen de door haar vastgestelde prijs.
5
Indien een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling de door haar vastgestelde prijzen voor verschillende transactievolumina openbaar heeft gemaakt en een order met een omvang tussen die volumina uitvoert, doet zij dit, onverminderd de artikelen 4:90a en 4:90b en het tweede lid, tweede volzin, en het derde lid, tegen een van de voor die volumina vastgestelde prijzen.
6
Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van rechten van deelneming in een beleggingsinstelling die op verzoek van de houder ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald.

Artikel 4 91k
De Autoriteit Financiële Markten bepaalt voor elk aandeel waarvoor Nederland in termen van liquiditeit de meest relevante markt is, bedoeld in artikel 4:90e, vijfde lid, onderdeel a, ten minste eenmaal per jaar op bij algemene maatregel van bestuur te bepalen wijze tot welke aandelenklasse het aandeel behoort en maakt deze informatie openbaar.

Artikel 4 91k
Een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling actualiseert de op grond van artikel 4:91g vastgestelde prijzen regelmatig en doorlopend gedurende de normale handelstijd.

Artikel 4 91k
1
Een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling verleent beleggers op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria toegang tot haar systeem van interne afhandeling.
2
Een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling kan slechts op grond van commerciële overwegingen weigeren om met een belegger die voldoet aan de criteria, bedoeld in het eerste lid, zakelijke betrekkingen aan te gaan of deze betrekkingen verbreken.
a
de prijs binnen een openbaar gemaakt prijsbereik valt dat de heersende marktsituatie, bedoeld in artikel 4:91g, vierde lid, benadert; en
b
de order een grotere omvang heeft dan de gebruikelijke orderomvang van een niet-professionele belegger.
3
In afwijking van het tweede lid, eerste volzin, kan een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling een order die zij van een professionele cliënt ontvangt, uitvoeren tegen een andere dan de door haar vastgestelde prijzen, indien het een transactie betreft met betrekking tot verscheidene effecten of indien het een order betreft waaraan bijzondere voorwaarden verbonden zijn.
4
Indien een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling die slechts één vastgestelde prijs openbaar heeft gemaakt of die prijzen heeft vastgesteld en openbaar heeft gemaakt waarvan de hoogste geldt voor een transactieomvang die lager is dan de standaard marktomvang, van een cliënt een order ontvangt met een omvang die groter is dan de bij de vastgestelde prijs behorende omvang, maar kleiner dan de standaard marktomvang, kan zij, onverminderd het tweede lid, tweede volzin, en het derde lid, het gedeelte van de order dat de bij de vastgestelde prijs behorende omvang te boven gaat uitvoeren tegen de door haar vastgestelde prijs.
5
Indien een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling de door haar vastgestelde prijzen voor verschillende transactievolumina openbaar heeft gemaakt en een order met een omvang tussen die volumina uitvoert, doet zij dit, onverminderd de artikelen 4:90a en 4:90b en het tweede lid, tweede volzin, en het derde lid, tegen een van de voor die volumina vastgestelde prijzen.

Artikel 4 91k
1
Een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling verleent beleggers op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria toegang tot haar systeem van interne afhandeling.
2
Een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling kan slechts op grond van commerciële overwegingen weigeren om met een belegger die voldoet aan de criteria, bedoeld in het eerste lid, zakelijke betrekkingen aan te gaan of deze betrekkingen verbreken.
4.3.7.4
. Overige bepaling informatie na de handel door beleggingsondernemingen

Artikel 4 91l
1
Een beleggingsonderneming die anders dan op een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit een transactie verricht in aandelen die tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, maakt de prijs, de omvang en het tijdstip van de uitgevoerde transactie openbaar.
2
De beleggingsonderneming maakt de informatie, bedoeld in het eerste lid, binnen een tijdsspanne die real time zo dicht mogelijk benadert en tegen redelijke commerciële voorwaarden openbaar op een zodanige wijze dat zij gemakkelijk toegankelijk is.
3
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het eerste lid van overeenkomstige toepassing is ten aanzien van transacties in andere financiële instrumenten dan aandelen.
4
Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van rechten van deelneming in een beleggingsinstelling die op verzoek van de houder ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald.
Afdeling 4.3.8. Onderlinge verhouding financiële ondernemingen
4.3.8.1
. Verhouding tussen aanbieder, (onder)bemiddelaar en (onder-)gevolmachtigde agent

Artikel 4 99
1
Financiële ondernemingen stellen elkaar over en weer in staat te voldoen aan hetgeen ingevolge dit deel is bepaald, voorzover zij daarvoor van elkaar afhankelijk zijn.
a
de verhouding tussen een gevolmachtigde agent en een bemiddelaar;
b
de verhouding tussen een ondergevolmachtigde agent en een bemiddelaar; en
c
de verhouding tussen een bemiddelaar en een onderbemiddelaar.
2
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de gevallen waarin en de wijze waarop financiële ondernemingen elkaar in staat stellen om aan dit deel te voldoen.
a
de verhouding tussen een gevolmachtigde agent en een ondergevolmachtigde agent; en
b
de verhouding tussen een ondergevolmachtigde agent en een andere ondergevolmachtigde agent waaraan hij een ondervolmacht heeft verleend.

Artikel 4 99
1
Financiële ondernemingen stellen elkaar over en weer in staat te voldoen aan hetgeen ingevolge dit deel is bepaald, voorzover zij daarvoor van elkaar afhankelijk zijn.
2
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de gevallen waarin en de wijze waarop financiële ondernemingen elkaar in staat stellen om aan dit deel te voldoen.
3
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het krachtens het tweede lid bepaalde indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.

Artikel 4 99
1
Financiële ondernemingen stellen elkaar over en weer in staat te voldoen aan hetgeen ingevolge dit deel is bepaald, voorzover zij daarvoor van elkaar afhankelijk zijn.
2
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de gevallen waarin en de wijze waarop financiële ondernemingen elkaar in staat stellen om aan dit deel te voldoen.
3
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het krachtens het tweede lid bepaalde indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.

Artikel 4 99
1
Financiële ondernemingen stellen elkaar over en weer in staat te voldoen aan hetgeen ingevolge dit deel is bepaald, voorzover zij daarvoor van elkaar afhankelijk zijn.
2
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de gevallen waarin en de wijze waarop financiële ondernemingen elkaar in staat stellen om aan dit deel te voldoen.
3
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het krachtens het tweede lid bepaalde indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.

Artikel 4 99
1
Financiële ondernemingen stellen elkaar over en weer in staat te voldoen aan hetgeen ingevolge dit deel is bepaald, voorzover zij daarvoor van elkaar afhankelijk zijn.
2
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de gevallen waarin en de wijze waarop financiële ondernemingen elkaar in staat stellen om aan dit deel te voldoen.

Artikel 4 99
1
Financiële ondernemingen stellen elkaar over en weer in staat te voldoen aan hetgeen ingevolge dit deel is bepaald, voorzover zij daarvoor van elkaar afhankelijk zijn.
2
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de gevallen waarin en de wijze waarop financiële ondernemingen elkaar in staat stellen om aan dit deel te voldoen.
3
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het krachtens het tweede lid bepaalde indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.

Artikel 4 99
Degene die tot een melding op grond van artikel 4:97 is overgegaan, is niet aansprakelijk voor schade die een derde dientengevolge lijdt, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat gelet op alle feiten en omstandigheden in redelijkheid niet tot melding had mogen worden overgegaan.

Artikel 4 99
1
Financiële ondernemingen stellen elkaar over en weer in staat te voldoen aan hetgeen ingevolge dit deel is bepaald, voorzover zij daarvoor van elkaar afhankelijk zijn.
2
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de gevallen waarin en de wijze waarop financiële ondernemingen elkaar in staat stellen om aan dit deel te voldoen.
3
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het krachtens het tweede lid bepaalde indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.
4.3.8.2
. Verhouding tussen beleggingsondernemingen onderling en tussen beleggingsondernemingen en verbonden agenten

Artikel 4 100e
1
Degene die tot een melding op grond van artikel 4:100d is overgegaan, is niet aansprakelijk voor schade die een derde dientengevolge lijdt, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat gelet op alle feiten en omstandigheden in redelijkheid niet tot melding had mogen worden overgegaan.
2
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de gevallen waarin de beleggingsonderneming een overtreding als bedoeld in het eerste lid, meldt. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop de beleggingsonderneming een overtreding meldt.
3
Indien de verbonden agent, bedoeld in het tweede lid, handelt in strijd met het ingevolge deze wet bepaalde, verleent de beleggingsonderneming geen beleggingsdiensten meer door tussenkomst van de verbonden agent.

Artikel 4 100e
1
Degene die tot een melding op grond van artikel 4:100d is overgegaan, is niet aansprakelijk voor schade die een derde dientengevolge lijdt, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat gelet op alle feiten en omstandigheden in redelijkheid niet tot melding had mogen worden overgegaan.
2
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de gevallen waarin de beleggingsonderneming een overtreding als bedoeld in het eerste lid, meldt. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop de beleggingsonderneming een overtreding meldt.
3
Indien de verbonden agent, bedoeld in het tweede lid, handelt in strijd met het ingevolge deze wet bepaalde, verleent de beleggingsonderneming geen beleggingsdiensten meer door tussenkomst van de verbonden agent.

Artikel 4 100e
1
Degene die tot een melding op grond van artikel 4:100d is overgegaan, is niet aansprakelijk voor schade die een derde dientengevolge lijdt, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat gelet op alle feiten en omstandigheden in redelijkheid niet tot melding had mogen worden overgegaan.
2
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de gevallen waarin de beleggingsonderneming een overtreding als bedoeld in het eerste lid, meldt. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop de beleggingsonderneming een overtreding meldt.
3
Indien de verbonden agent, bedoeld in het tweede lid, handelt in strijd met het ingevolge deze wet bepaalde, verleent de beleggingsonderneming geen beleggingsdiensten meer door tussenkomst van de verbonden agent.

Artikel 4 100e
Indien een verbonden agent in het kader van de normale bedrijfsvoering signalen ontvangt dat een beleggingsonderneming voor wier rekening hij beleggingsdiensten verleent als bedoeld in onderdeel a, d of e van de definitie van het verlenen van beleggingsdiensten in artikel 1:1, in strijd handelt met een in hoofdstuk 2.2 geregeld verbod op het zonder daartoe verleende vergunning uitoefenen van een bedrijf of verlenen van een financiële dienst of dat aan de beleggingsonderneming een verbod als bedoeld in artikel 1:58, tweede lid, 1:104, derde lid, of 4:4, eerste lid, is opgelegd, verleent hij geen beleggingsdiensten meer voor rekening van de beleggingsonderneming, behoudens voorzover het beleggingsdiensten betreft ten aanzien waarvan het de beleggingsonderneming is toegestaan overeenkomsten af te wikkelen op grond van artikel 1:58, tweede lid, of artikel 4:4, tweede lid.

Artikel 4 100e
1
Degene die tot een melding op grond van artikel 4:100d is overgegaan, is niet aansprakelijk voor schade die een derde dientengevolge lijdt, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat gelet op alle feiten en omstandigheden in redelijkheid niet tot melding had mogen worden overgegaan.
2
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de gevallen waarin de beleggingsonderneming een overtreding als bedoeld in het eerste lid, meldt. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop de beleggingsonderneming een overtreding meldt.

Artikel 4 100e
1
Degene die tot een melding op grond van artikel 4:100d is overgegaan, is niet aansprakelijk voor schade die een derde dientengevolge lijdt, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat gelet op alle feiten en omstandigheden in redelijkheid niet tot melding had mogen worden overgegaan.
4.3.8.3
. Verhouding tussen financiële ondernemingen bij financiële diensten met betrekking tot verzekeringen

Artikel 4 104
Het bepaalde in deze paragraaf met betrekking tot de verhouding tussen een verzekeraar en een bemiddelaar is van overeenkomstige toepassing op:
a
de verhouding tussen een gevolmachtigde agent en een bemiddelaar;
b
de verhouding tussen een ondergevolmachtigde agent en een bemiddelaar; en
c
de verhouding tussen een bemiddelaar en een onderbemiddelaar.

Artikel 4 104
Een verzekering die door bemiddeling van een bemiddelaar tot stand is gekomen of naar de portefeuille van een bemiddelaar is overgeboekt, behoort in de relatie tot de betrokken verzekeraar tot de portefeuille van die bemiddelaar zolang die verzekering daaruit niet is overgeboekt.

Artikel 4 104
1
Tenzij anders wordt overeengekomen of de bemiddelaar zich bij de verzekering tegenover de verzekeraar tot betaling van premie en kosten als eigen schuld heeft verbonden, verzorgt de bemiddelaar voor de verzekeraar het incasso van de premies. Ter zake van dit premie-incasso is hij jegens de verzekeraar te allen tijde rekening en verantwoording schuldig.
2
Tenzij tussen een verzekeraar en een bemiddelaar anders is overeengekomen kan de verzekeraar bepalen dat de bemiddelaar niet langer gerechtigd is tot premie-incasso, indien:
3
In de gevallen waarin op grond van het tweede lid het premie-incasso door een bemiddelaar eindigt, wordt dit door de verzekeraar overgenomen.
4
De verzekeraar verleent op schriftelijk verzoek van een bemiddelaar zijn medewerking aan de gehele of gedeeltelijke overdracht van de portefeuille van die bemiddelaar aan een andere bemiddelaar, tenzij de verzekeraar gegronde bezwaren heeft tegen die bemiddelaar.

Artikel 4 104
1
Tenzij anders wordt overeengekomen of de bemiddelaar zich bij de verzekering tegenover de verzekeraar tot betaling van premie en kosten als eigen schuld heeft verbonden, verzorgt de bemiddelaar voor de verzekeraar het incasso van de premies. Ter zake van dit premie-incasso is hij jegens de verzekeraar te allen tijde rekening en verantwoording schuldig.
2
Tenzij tussen een verzekeraar en een bemiddelaar anders is overeengekomen kan de verzekeraar bepalen dat de bemiddelaar niet langer gerechtigd is tot premie-incasso, indien:
a
de bemiddelaar niet meer is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 1:107;
b
de bemiddelaar het premie-incasso in ernstige mate verwaarloost;
c
de bemiddelaar in gebreke blijft namens de verzekeraar door hem geïnde premies tijdig aan deze af te dragen; of
d
de bemiddelaar zich schuldig heeft gemaakt aan handelingen, die de vrees wettigen dat hij niet zal voldoen aan zijn uit het premie-incasso voortvloeiende verplichtingen.
3
In de gevallen waarin op grond van het tweede lid het premie-incasso door een bemiddelaar eindigt, wordt dit door de verzekeraar overgenomen.
5
Deel Gedragstoezicht financiële markten


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •